1. Peilstok
3.
Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de
peilstok er volledig in schuift. Haal vervolgens
de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
4.
Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de vuldop
(Figuur
37) en vult u bij met kleine hoeveelheden
olie totdat het oliepeil de Vol-markering op de
peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en
controleer daarbij veelvuldig het peil.
1. Olievuldop
5.
Plaats de vuldop en sluit de motorkap.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat het oliepeil
tussen de markeringen voor het minimum-
en het maximumpeil op de peilstok staat. De
motor kan defect raken als er te veel of te
weinig olie in het carter is.
Brandstoftank vullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag
(<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die
binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u
altijd verse brandstof heeft.
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 28 liter.
Figuur 36
Figuur 37
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof
bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en
een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat het brandstoffilter verstopt
raakt.
Bij gebruik van zomerbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal de pomp een langere levensduur
en meer vermogen hebben dan bij gebruik van
g008881
winterbrandstof.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
•
Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
•
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud weer.
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt
op een biodieselmengsel.
•
g008882
Neem contact op met een dealer voor
meer informatie over brandstoffen met een
biodieselmengsel.
1.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon
1. Dop van brandstoftank
28
(Figuur
38).
Figuur 38
g191214