13 Bijlage
10 mm (0.3937 in)
2 mm (0.0787 in)
- 2 mm (- 0.0787 in)
- 10 mm (- 0.3937 in)
Fig. 28: Meetnauwkeurigheid onder referentiecondities
1
Antennerand, referentievlak
2
Aanbevolen meetbereik
Invloeden op de meetnauwkeurigheid
Temperatuurdrift - digitale uitgang
Extra meetafwijking door elektromagne-
tische instrooiingen in het kader van de
EN 61326
Meetkarakteristieken en specificaties
Meetfrequentie
Meetcyclustijd
Sprongantwoordtijd
Stralingshoek
12)
Uitgestraalde HF-vermogen (afhankeliijk van de parametrering)
Ʋ Gemiddelde spectrale zendvermo-
gensdichtheid
Ʋ Maximale spectrale zendvermogens-
dichtheid
Ʋ Max. vermogensdichtheid op 1 m
afstand
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur
Opslag- en transporttemperatuur
Mechanische omgevingsomstandigheden
Vibraties (trillingen)
Bij afwijkingen van de referentie-omstandigheden kan de inbouwafhankelijke offset tot ± 4 mm zijn. Deze offset
10)
kan door de inregeling worden gecompenseerd.
Tijdsperiode na sprongsgewijze verandering van de meetafstand van 1 m naar 5 m, tot het uitgangssignaal
11)
voor de eerste keer 90% van de stabilisatiewaarde heeft aangenomen (IEC 61298-2). Geldt bij voedingsspan-
ning U
≥ 24 V DC.
B
Buiten de opgegeven stralingshoek heeft de energie van het radarsignaal een met 50 % (-3 dB) gereduceerd
12)
niveau.
EIRP: Equivalent Isotropic Radiated Power
13)
46
0
0,25 m (0.8202 ft)
1
11)
10)
< 3 mm/10 K, max. 5 mm
< 50 mm
W-band (80 GHz-technologie)
≤ 250 ms
≤ 3 s
8°
-3 dBm/MHz EIRP
+34 dBm/50 MHz EIRP
< 3 µW/cm²
-40 ... +80 °C (-40 ... +176 °F)
-40 ... +80 °C (-40 ... +176 °F)
4 g conform GL/E10
13)
VEGAPULS C 22 • SDI-12
2