Instellingen uitvoeren
Circulatiepomp inschakelen
Warmwater > Menu > Controle > Pomp circulatie PZ >
In
Circulatiepomp uitschakelen
Warmwater > Menu > Controle > Pomp circulatie PZ >
Uit
Verwarmingscircuitpomp inschakelen
Verw.circuit > Menu > Controle > Pomp verwarmings-
kring PHK > 100%
Verwarmingscircuitpomp uitschakelen
Verw.circuit > Menu > Controle > Pomp verwarmings-
kring PHK > 0%
Driewegmengventiel op warm instellen
Verw.circuit > Menu > Controle > Menger verwar-
mingskring > 100%
Driewegmengventiel op koud instellen
Verw.circuit > Menu > Controle > Menger verwar-
mingskring > Koud
Driewegmengventiel uitschakelen
Verw.circuit > Menu > Controle > Menger verwar-
mingskring > Uit
Ketelpomp inschakelen
Ketel > Menu > Controle > Ketelpomp PK > 100%
Ketelpomp uitschakelen
Ketel > Menu > Controle > Ketelpomp PK > 0%
Brandercontact B1 inschakelen
Ketel > Menu > Controle > Brandercontact B1 > In
Brandercontact B1 uitschakelen
Ketel > Menu > Controle > Brandercontact B1 > Uit
THBEnl2610 08/16 V 1.2
Resultaat controleren
4)
De circulatiepomp loopt.
4)
De circulatiepomp loopt niet.
5)
De verwarmingscircuitpomp loopt.
5)
De verwarmingscircuitpomp loopt niet.
5)
Het driewegmengventiel staat in die richting open, waarin
minder koud retourwater aan het verwarmingscircuit wordt
toegevoegd. De wijzer van het driewegmengventiel ver-
plaatst zich naar het rode gedeelte van de schaal.
5)
Het driewegmengventiel staat in die richting open, waarin
meer koud retourwater aan het verwarmingscircuit wordt
toegevoegd. De wijzer van het driewegmengventiel ver-
plaatst zich naar het blauwe gedeelte van de schaal.
5)
Het driewegmengventiel beweegt niet.
De ketelpomp loopt.
De ketelpomp loopt niet.
De verwarmingsketel wordt gestart.
De verwarmingsketel wordt uitgeschakeld.
1)
Installaties met circulatietoets (lokaal).
2)
Installaties met voorraadvat en gescheiden SWW-boiler, waarbij voor lading van
de boiler een omschakelventiel tussen voorraadvat en SWW-boiler wordt omge-
schakeld.
3)
Installaties met voorraadvat en gescheiden SWW-boiler, waarbij de ketel aan het
voorraadvat levert en het voorraadvat de SWW-boiler via een oplaadpomp ver-
warmt, of installaties zonder voorraadvat/combibuffer.
4)
Installaties met circulatieleiding.
5)
Bij installaties met meerdere verwarmingscircuits moeten de in- en uitgangen
van alle verwarmingscircuits afzonderlijk worden getest.
Heeft u een gelaagde boiler, twee verwarmingsketels of een tweefasige verwar-
mingsketel met de uitbreiding SystaComfort SI/KAS of KAS aangesloten, dan moet
u de overige in- en uitgangen testen. Zie TH-2519 Uitbreiding SystaComfort KAS,
SystaComfort SI/KAS.
► Stel de bedrijfsmodus Automatisch in
Systeem > Hoofdmenu > Controle > Bedrijfsmodus > Automatisch
8 Inbedrijfnemen
47