Systeemgegevens
THBEnl2610 08/16 V 1.2
U kunt het volgende instellen:
Toegangscode
Voetpunt
Steilheid
Regeling verwar-
mingskring
Maximale vertrek-
temperatuur
Het menu Systeemgegevens is beveiligd met
een toegangscode.
► Voer toegangscode 12 in.
Het menu Systeemgegevens wordt vrijge-
geven.
Voert u een onjuiste toegangscode in, dan ver-
schijnt de melding Toegangscode verkeerd:
1)
Temperatuur voor het voetpunt van de stooklijn.
Fabrieksinstelling: 35 °C
Instelbereik: 20 °C tot 70 °C
Toepassing: de waarde is afhankelijk van individue-
le factoren, zoals de isolatiestandaard van het huis,
en moet aan de eigenschappen van de locatie
worden aangepast. Meer informatie over het in-
stellen van de stooklijn vindt u in het hoofdstuk
"Stooklijn instellen [57]".
1)
De steilheid van de stooklijn.
Fabrieksinstelling: 1,3 K/K
Instelbereik: 0,0 K/K tot 3,0 K/K
Toepassing: de waarde is afhankelijk van individue-
le factoren, zoals het verwarmingstype en de kli-
maatzone, en moet aan de eigenschappen van de
locatie worden aangepast. Meer informatie over
het instellen van de stooklijn vindt u in het hoofd-
stuk "Stooklijn instellen [57]".
Type van de temperatuurregeling voor het verwar-
mingscircuit.
• Buitentemperatuur – buitentemperatuur-
gestuurde regeling (fabrieksinstelling).
• Kamertemperatuur - kamertemperatuurge-
stuurde regeling.
• BT/KT gecombineerd - overdag buitentem-
peratuurgestuurde regeling, 's nachts kamer-
temperatuurgestuurde regeling.
• Decentrale VK - buitentemperatuurgestuur-
de regeling, de voorlooptemperatuur is mini-
maal de instelwaarde van het warm water +
10 K.
Toepassing: het regelingstype is afhankelijk van
het installatietype en moet aan de eigenschappen
van de locatie worden aangepast. Meer informatie
over de regelingstypes vindt u in het hoofdstuk
"Regelingstype bepalen [56]".
Maximale vertrektemperatuur voor het verwar-
mingscircuit.
Fabrieksinstelling: 70 °C
Instelbereik: 5 °C tot 90 °C
Toepassing: u kunt de maximale vertrektempera-
tuur naargelang het verwarmingstype begrenzen.
Meer informatie over de aanpassing aan het ver-
warmingstype vindt u in het hoofdstuk "Instellin-
gen voor diverse verwarmingstypen [60]".
8 Inbedrijfnemen
33