Inhoudsopgave
Advertenties
Smartec CLD18
8.5.3
Luchtinstelling (restkoppeling)
Vanwege fysische redenen, gaat de kalibratielijn door nul in geval van
geleidbaarheidssensoren (een stroom van 0 komt overeen met een geleidbaarheid van 0). Bij
het werken met inductieve sensoren, moet met de restkoppeling tussen de primaire spoel
(transmitterspoel) en de secundaire spoel (ontvangerspoel) rekening worden gehouden of
deze moet worden gecompenseerd. De restkoppeling wordt niet alleen veroorzaakt door de
directe magnetische koppeling van de spoelen maar ook door de overspraak in
voedingskabels.
Net zoals bij de sensoren het geval is, wordt de celconstante bepaalt met een nauwkeurige
kalibratie-oplossing.
Om een luchtinstelling uit te voeren, moet de sensor droog zijn.
Voer een luchtinstelling als volgt uit:
1.
Calibration/Airset Kies .
De actuele waarde wordt getoond.
2.
Druk op de plus-toets.
"Keep sensor in air"
3.
Houd de droge sensor in de lucht en druk op de plus-toets.
"Wait calib." - wacht tot de kalibratie is afgelopen. De nieuwe waarde wordt na de
kalibratie getoond.
4.
Druk op de plus-toets.
"Save calib data?"
5.
Yes Kies .
"Calib successful"
6.
Druk op de plus-toets.
Het instrument schakelt terug naar de meetmodus.
Endress+Hauser
Inbedrijfname
33
Advertenties
Inhoudsopgave
