Inbedrijfname
8.3
Configureren van het meetinstrument
1.
Gebruik te "E"-toets om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Navigeer door de beschikbare menu' s met de "+" en "-" toetsen.
3.
Druk op de "E"-toets om het gewenste menu te openen.
4.
Gebruik de optie, Back welke aan het eind van elk menu staat, om een niveau omhoog
te gaan in de menustructuur.
Default-instellingen zijn vet weergegeven.
Parameter
Mogelijke instellingen Beschrijving
Current range
4-20 mA
0-20 mA
Out1 0/4 mA
0 tot 2000000 μS/cm
0 μS/cm
Out1 20 mA
0 tot 2000000 μS/cm
0 μS/cm
Out2 0/4 mA
-50 tot 250 °C
0,0 °C
Out2 20 mA
-50 tot 250 °C
100,0 °C
Damping main
0 ... 60 s
0 s
Extended setup
Manual hold
Off, On
8.4
Uitgebreide instellingen
1.
Gebruik te "E"-toets om het hoofdmenu op te roepen.
2.
Navigeer door de beschikbare menu' s met de "+" en "-" toetsen.
3.
Druk op de "E"-toets om het gewenste menu te openen.
4.
Gebruik de optie, Back welke aan het eind van elk menu staat, om een niveau omhoog
te gaan in de menustructuur.
Default-instellingen zijn vet weergegeven.
Parameter
System
Device tag
26
‣
Kies het stroombereik.
‣
Voer de meetwaarde in waarbij de minimale stroomwaarde (0/4 mA)
op de uitgang van de meetversterker actief is.
‣
Voer de meetwaarde in waarbij de maximale stroomwaarde (20 mA) op
de uitgang van de meetversterker actief is.
‣
Voer de meetwaarde in waarbij de minimale stroomwaarde (0/4 mA)
op de uitgang van de meetversterker actief is.
‣
Voer de meetwaarde in waarbij de maximale stroomwaarde (20 mA) op
de uitgang van de meetversterker actief is.
Dempingswaarde voor de geleidbaarheidsmeetwaarde
Uitgebreide instellingen→ 26
Functie voor bevriezen van de stroom- en alarmuitgangen
Mogelijke instellingen Beschrijving
Aangepaste tekst
Max. 16 karakters
Algemene instellingen
Voer de instrumentidentificatie in
Smartec CLD18
Endress+Hauser