Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Endress+Hauser Smartec CLD18 Bedieningsvoorschrift pagina 12

Verberg thumbnails Zie ook voor Smartec CLD18:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
 2
Oriëntatie van geleidbaarheidssensoren. Technische eenheid: m (ft)
Wanneer de doorstroomrichting verandert (na leidingbochten), kunnen turbulenties in
het medium optreden.
Installeer de sensor op een afstand van minimaal 1 m (3.3 ft) na een leidingbocht.
Het product moet langs het gat van de sensor stromen (zie de pijlen op de behuizing). Het
symmetrische meetkanaal maakt doorstroming in beide richtingen mogelijk.
In beperkte installatie-omstandigheden, beïnvloeden de wanden
de ionenstroom in de vloeistof. Dit effect wordt opgevangen
door wat genoemd wordt de installatiefactor. De
installatiefactor kan worden ingevoerd in de meetversterker van
het meetsysteem of de celconstante wordt gecorrigeerd door
deze te vermenigvuldigen met de installatiefactor.
De waarde van de installatiefactor hangt af van de diameter en
de geleidbaarheid van de leidingaansluiting plus van de afstand
a tussen de sensor en de wand.
De installatiefactor kan worden genegeerd (f = 1,00) wanneer
de afstand tot de wand voldoende groot is (a > 20 mm, vanaf
DN 60).
Indien de afstand tot de wand kleiner is, wordt de
installatiefactor hoger voor elektrisch geïsoleerde leidingen (f >
1) en lager voor elektrische geleidende leidingen (f < 1).
Dit kan worden gemeten met behulp van kalibratie-oplossingen
of er kan een goed schatting worden gemaakt met behulp van
het volgende diagram.
12
Smartec CLD18
 3
Installatie van
CLD18
A
Wandafstand
Endress+Hauser
A0017691
A0018962

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave