9
Opslag
9.1
Slangpomp
•
Bewaar de slangpomp en pomponderdelen in een droge ruimte. Zorg ervoor dat de
slangenpomp niet wordt blootgesteld aan temperaturen lager dan -40 °C of hoger dan +70 °C.
•
Dek de openingen van de inlaat- en uitlaatpoorten af.
•
Voorkom corrosie van blanke delen. Gebruik hiervoor de juiste bescherming of verpakking.
•
Bij langdurige stilstand of opslag kan door de statische belasting op de pompslang blijvende
vervorming ontstaan. Dit verkort de levensduur van de pompslang en kan problemen geven
bij het opstarten.
Verwijder een persschoen om vervorming van de slang te vermijden. Laat de rotor langzaam draaien
tot de tweede persschoen tussen de in- en uitlaatpoort staat. Hierdoor wordt de pompslang niet
belast.
9.2
Slang
•
De houdbaarheidsduur voor de slang is 2 jaar. Bewaar de slang op een droge en donkere
plaats bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C. Na twee jaar kan veroudering van het
slangmateriaal optreden, wat de levensduur van de slang verkort.
9.3
Smeermiddel
•
Vervang het smeermiddel van de pomp in geval van een defect van de pompslang en in ieder
geval na een jaar.
•
Gebruik het smeermiddel vóór de uiterste datum die op de verpakking is aangegeven.
•
Het smeermiddel moet worden opgeslagen in gesloten flessen of blikken om absorptie van
vocht te voorkomen.
m-bredel-25-32-nl-05
77