14.2 Invoer hoofdmenu
Di, DiN
SHIFT, 7 (MENU) toont het Hoofdmenu. Het werkt op elk willekeurig tijdstip als de
pomp in bedrijf is, behalve wanneer een numerieke invoer nodig is of een dosering
in bedrijf is.
Het Hoofdmenu biedt vijf opties: Dose, Calibrate, Manual, Setup en Network.
Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om een keuze te maken. Druk op de ENTER-
toets om uw keuze te bevestigen.
Dose (Dosering)
Behalve in handmatige stand, wordt alle pompactiviteit beheerst door afgifte-pro-
gramma's. Door Dose te kiezen kan de gebruiker een afgifte-programma aanmak-
en, aanpassen of selecteren, en de pomp opdracht geven het programma uit te
voeren. De pomp zal stoppen wanneer op STOP wordt gedrukt maar wordt voor de
rest geregeld door het afgifte-programma.
Calibrate (Kalibreren)
Met Calibrate (Kalibreren) kan de gebruiker de pomp met standaardwaarden kali-
breren voor vele verschillende pompkoppen en slangen, en de debieten met een
kalibratiedoseringsvoorziening verfijnen.
Manual
Door Manual te kiezen kan de gebruiker de pomp starten, regelen en stoppen met
behulp van toetsindrukken.
Setup
Met Setup (Instelling) kan de gebruiker de volgende 20 bedrijfsparameters van de
pomp instellen: Dosing, Display, Pump I/D (Pompnummer), Baud, Stop bits
(Stopbits), Xon/Xoff (X-AAN/X-UIT), Units, Date/time (datum/tijd), Max,
Outputs, Remote stop (Externe stop), Auto-restart (Auto-herstart), Set
max speed (max. toerental instellen), Pin out details, Backlight, ROM,
Language (Taal), Defaults (Standaardinstellingen), Beep (Piepsignaal) en
Security code (Beveiligingscode).
Network
Door Network te kiezen kan de pomp extern worden bestuurd, m.b.v. RS232
(520Di) of RS485 (520DiN) netwerkcommunicatie.
Handleiding Watson-Marlow 520Di en 520DiN pompen
26