Handleiding Watson-Marlow 520Di en 520DiN pompen
Opm. 1: De status wordt in het volgende formaat teruggestuurd naar de afzender: [pomp-
type] [ml/omw.] [pompkop] [slangmaat] [toerental] [CW/CCW] P/N [pompnummer]
[tachometerstand] [0/1 (gestopt/in bedrijf)] !
Bijvoorbeeld : 520Di 15.96 520R 9.6MM 220.0 CW P/N 1 123456789 1 !
Opm. 2: De correlatie tussen tachometerpulsen en omwentelingssnelheid van de motor ligt
vast en biedt een meetbare en absolute manier om het aantal omwentelingen van de uit-
gaande as van de tandwielkast te bewaken - 10.982 pulsen per omwenteling. Hierdoor kan
de telling in overeenstemming worden gebracht met de hoeveelheid afgegeven materiaal -
ervan uitgaande dat de afmeting van de pompkop en slangmaat bekend zijn.
Opm. 3: Als het toerental van de pomp later wordt gewijzigd, moet
de pomp gedurende 4 seconden het hier getoonde scherm (zie
voorbeelden) weergeven, voordat het normale scherm weer ver-
schijnt. 1 tot 4 regels tekst kunnen worden geschreven met ~ als
regelscheidingsteken en @ als einde van het bericht.
bijv. 1W520Di@ en 1W520Di~@ zijn beide geldige opdrachten.
Opm. 4: In alle gevallen kan 'n' een getal zijn tussen 1 en 64 en bij wijze van uitzonder-
ing kan het #- teken worden gebruikt als opdracht voor alle aandrijvingen; maar niet bij
de opdrachten CF, D, PA, PD?, RS, RT, SC, SS of ZY, omdat de resultaten dan onbepaald
zouden zijn.
Opm. 5: De dosisparameters
zijn alle vereist, met de uit-
zondering
dat
SG
alleen
vereist is voor massadosering,
en zijn variabel in lengte,
gescheiden door komma's.
Ontbrekende
of
ongeldige
tekens zullen de opdracht
abreken en een foutbericht
laten zien op de display. Zie
de tabel rechts voor toelicht-
ing over de verwachte param-
eters.
Opm. 6: Er wordt geen respons gegeven en de PD ? opdracht moet worden afgegeven om
te garanderen dat de opdracht werd geaccepteerd. Deze waarden zullen het huidige
afgifteprogramma vormen, als ingesteld in Dose-mode, en de huidige waarden overschri-
jven. Deze opdracht stelt de batchtelling terug.
Opm. 7: Deze opdracht roept de respons 520Di,*,#,a,b,c,d,e,f,g,h,i,j ! op waarbij * het
koptype is en # de kalibratiewaarde in ml/rev. De overige parameters zoijn hierboven
beschreven.
Opm. 8: it roept de respons PPPPPPPP,*,#,a,b,c,d,e,f,g,h,i,j ! op voor elk opgeslagen doser-
ingsprogramma opgeslagen in pomp id = n. De opmaak van deze string is de programmanaam
van 8 tekens (opgevuld met spaties), gevolgd door de gebruikelijke dosis-zoekparameters,
zonder pomptype identificatie.
Opm. 9: Met de opdracht run dose kan een dosisprogramma, ingesteld met PD of DO, wor-
den gestart. Hiermee kan tevens het huidige afgifteprogramma, ingesteld in Dose-mode via
het toetsenbord, worden gestart. De gebruikelijke dosis-statusmeldingen worden niet
geproduceerd, in plaats daarvan wordt in respons een enkele Start-melding teruggezon-
den, in de volgende opmaak : P/N [id] [datum] [tijd] Program Started !
Bijvoorbeeld : P/N 01 08.12.00 11.28.00 Program Started !
Na voltooiing van een enkele dosis, wordt de batchtelling met één verhoogd.
Opm. 10: Wanneer een opdracht wordt afgegegeven om de snelheid te wijzigen terwijl de
dosis actief is, dan zal deze wijziging pas plaatsvinden nadat de huidige dosis compleet is.
Opm. 11: De afgegeven dosis is een waarde in de opmaak ***** !
Bijvoorbeeld : 30.45 !
Opm. 12: Wanneer een waarde buiten de ±25% regel valt, wordt er een foutmelding
teruggezonden in een string bepaalt door !. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de aan-
wezige kalibratiewaarde.
Parameters Bereik Betekenis
a
1-9.999 Aantal doses
Draairichting: tegen de wijzers
b
[A C]
van de klok in of met de wijzers
van de klok mee
c
0-999
interval in seconden : b.v. 1,0
0001-
Pomptoerental : in tienden van
d
3.500
eentpm
e
0-5
Start ramp : schaalfactor
f
0-5
Eind ramp : schaalfactor
g
0,0-1,0 Drip : omw.
0,001-
h
Doseringsvolume : b.v. 10,00
9.999
[ l m u
Doseringseenheid : liter, ml, µl,
g kg floz
i
gram, kg, fluid ounces, pints,
pts gals
gallons, ounces, pounds
oz lb ]
j
0,01-15 Soortelijk gewicht : b.v. 1,00
111