AF – AP
AR -2°C VTR – AF VTR
AE +2°C VTR
1 Hoofdschakelaar
2 "SET"-toets
3 Thermometer celtemperatuur
4 LAGER-knop
6 Schakelaar binnenverlichting
7 Waarschuwingslampje ontdooiing
8 Knop handmatige ontdooiing /HOGER
9 Signaal SET in bedrijf
10 Signaal ontdooiing
11 Signaal compressor in bedrijf
12 Keuzeschakelaar UR% MIN/MAX
4.1.2 AANWIJZINGER VOOR HET GEBRUIK
Aanzetten
Door op de groene schakelaar (1) te drukken brengt u het
apparaat onder spanning (het groene lampje gaat
branden).
Instellen van de temperatuur
Door één keer op de toets (2) te drukken, wordt de door
de fabrikant ingestelde bedrijfstemperatuur op het display
weergegeven.
Deze temperatuur wordt blijft 5 seconden lang zichtbaar,
en gedurende deze tijd is het mogelijk een nieuwe
temperatuurinstelling uit te voeren door op de toets (8)
(HOGER) of op de toets (4) (LAGER) te drukken.
Nadat u de toetsen (8) of op (4) (HOGER/LAGER)
gedurende 5 seconden niet heeft aangeraakt wordt de
celtemperatuur zichtbaar.
De temperatuur kan worden ingesteld binnen een bereik
dat reeds als volgt is vastgelegd:
KOELKASTEN (AR)
VRIEZERS (AF)
KOELER VOOR VIS (AP)
KOELER VOOR WIJN (AE)
KASTEN VOOR CONSUMPTIEIJS (AF)
Ontdooien
De besturingseenheid voert automatisch 4 ontdooicycli
per dag uit in de koelers met lage temperatuur en 2
ontdooicycli per dag in alle andere modellen.
Het einde van de ontdooicyclus wordt bepaald door een
temperatuursonde die zich op de verdamperbatterij
bevindt; bovendien treedt bij storingen in de functionering
een veiligheidstimer in werking.
Indien onder bepaalde bedrijfsomstandigheden (hele
warme en vochtige periodes van het jaar, of de
aanwezigheid in de cel van etenswaren die veel vocht
afgeven aan de lucht), het ingestelde aantal ontdooiingen
niet voldoende is om de rijp volledig van de verdamper te
verwijderen, kan men handmatige ontdooiingen uitvoeren
door de toets (8) 4 seconden lang ingedrukt te houden.
Het uitvoeren van een handmatige ontdooiing zet het
tijdsinterval voor de volgende ontdooiing weer op nul.
Aan het eind van de ontdooicyclus is er een "uitdruppel-
tijd" waarbij de compressor stilstaat; hierna start de
compressor en vervolgens, pas als de verdamper koud
is, starten ook de ventilatoren.
Instelling van de relatieve vochtigheid
Deze
functie
heeft
koelkasten (+8 -2°C). Men kan de relatieve vochtigheid
(UR%) regelen door de keuzeschakelaar (12) op de
positie MIN of MAX te zetten.
Foutsignaleringen
De telethermostaat zorgt voor de weergave van de
foutmeldingen (alarmen);
1. "E1"
wanneer
onderbroken of niet aangesloten of in het geval van
"under range" oftewel van het overschrijden van de
onderste weergave-grens (-55) of "over range" oftewel
het overschrijden van de bovenste weergave-grens
(99).
2. "E2"
heeft betrekking op dezelfde oorzaken als
hierboven, maar voor de verdamper-sonde (einde
ontdooiing).
3. Bovendien bestaat er een alarm vanwege een
onjuiste
celtemperatuur
24
SET min. SET max
-2°C
-25°C
-4°C
+2°C
-30°C
uitsluitend
betrekking
de
celsonde
is
kortgesloten,
(door
middel
NL
+8°C
-15°C
+6°C
+15°C
-12°C
op
de
van
een