Onderhoud
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Veiligheid bij onderhoud
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen
zakken.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor uit en verwijder het sleuteltje
(indien aanwezig).
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien aanwezig) voordat u de
machine onbeheerd achterlaat.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Na de eerste 200
bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 150 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• Bevestigingsbouten van het frame aandraaien.
• Wielmoeren aandraaien.
• Smeerolie van de tandwielkast van de maai-eenheid verversen.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Ververs de hydraulische vloeistof en vervang de filter.
• Test het veiligheidssysteem
• Controleer het motoroliepeil.
• Koelvloeistofpeil controleren.
• Reinig de radiateur met perslucht (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of
vuile omstandigheden).
• Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
• Maak de maai-eenheid en de machine schoon.
• De machine schoonmaken.
• Maak de veiligheidsgordel schoon en onderhoud hem.
• Vet in de smeernippels van de lagers en lagerbussen spuiten (dit moet vaker
gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden en
na elke wasbeurt).
• Aansluitingen van de accukabels controleren.
• Controleer de bandenspanning.
• Spanning van de riem van de wisselstroomdynamo controleren.
• Controleer de smeerolie in de tandwielkast van de maai-eenheid.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Slangen en afdichtingen van koelsysteem controleren. Vervangen als deze
gescheurd of versleten zijn.
• Wielmoeren aandraaien.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam-
heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
•
Ondersteun de machine met assteunen als u
onder de machine werkt.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en alle
bevestigingselementen stevig vastzitten, in het
bijzonder de bevestigingen van maaimessen.
•
Vervang versleten of beschadigde stickers.
•
Om veilige en optimale prestaties van de machine
te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen
originele Toro onderdelen gebruiken. Gebruik
ter vervanging nooit onderdelen van andere
fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de
productgarantie hierdoor kan vervallen.
34