FLITSBEREIK
Het nuttige flitsbereik is afhankelijk van de handmatig ingestelde
ofwel door de camera geregelde diafragma- en gevoeligheidswaar-
den. Voor voldoende verlichting met flitslicht is het van belang dat
het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. Bij vaste
instelling van de kortst mogelijke sluitertijd in de flitsmodus (de
synchronisatietijd) leidt dit in vele situaties tot een onnodige onder-
belichting van alle delen van het onderwerp die niet goed worden
belicht door het flitslicht.
Met deze camera kunt u de bij de flitsmodus in combinatie met de
tijdautomaat gebruikte sluitertijd nauwkeurig aanpassen aan de
voorwaarden voor het betreffende object, respectievelijk aan uw
eigen wensen met betrekking tot beeldvorming.
Fabrieksinstelling:
1/f s
▸
In het hoofdmenu
Flash Settings
▸
kiezen
Shutter Speed Limit (Flash)
▸
Gewenste waarde kiezen
(
,
,
,
1/(4f) s
1/(2f) s
1/f s
1/250 s
,
,
)
1/8 s
1/4 s
1/2 s
Aanwijzing
• Het menupunt
Shutter Speed Limit (Flash)
is identiek aan het gelijknamige menupunt in het submenu
Settings
. Een instelling op een locatie heeft navenante
Auto ISO Settings
invloed op andere locaties.
128
FOTOGRAFEREN ▸ FOTOGRAFEREN MET FLITS
kiezen
,
,
,
,
1/125 s
1/60 s
1/30 s
1/15 s
in het submenu
Flash
FLITSBELICHTINGSCORRECTIE
Met deze optie kan de flitsbelichting onafhankelijk van de belichting
door het aanwezige licht gericht afgezwakt of versterkt worden, bijv.
om bij een buitenopname 's avonds het gezicht van een persoon op
de voorgrond lichter te maken, terwijl de lichtsfeer behouden blijft.
Fabrieksinstelling:
0 EV
▸
In het hoofdmenu
Flash Settings
▸
Flash Exp. Compensation
• Het submenu toont een schaal met een rood aangegeven in-
stelmarkering. Als deze bij de waarde
met de uitgeschakelde functie.
▸
Gewenste waarde op de schaal instellen
• De ingestelde waarde wordt via de schaal weergegeven.
,
kiezen
kiezen
staat, komt dit overeen
0