Aanwijzingen
• De bepaalde sluitertijd wordt voor een beter overzicht in halve
stappen weergegeven.
• Bij langere sluitertijden dan 2 s wordt na het ontspannen in de
zoeker de resterende belichtingstijd in seconden teruggeteld. De
werkelijk berekende, en traploos gestuurde belichtingstijd kan
echter van de halve-stap weergaven afwijken: als bijv. vóór het
ontspannen
(als dichtstbijgelegen waarde) in de indicatie is te
16
zien en de bepaalde belichtingstijd toch langer is, kan het terug-
tellen na ontspannen ook met
• Bij extreme lichtomstandigheden kan de belichtingsmeting bij de
verwerking van alle parameters sluitertijden opleveren die buiten
het werkbereik liggen, dat wil zeggen dat er belichtingstijden
korter dan 1⁄4000 s of langer dan 4 minuten vereist zouden zijn. In
zulke gevallen worden toch de genoemde minimale en maximale
sluitertijden gebruikt, maar als waarschuwing zullen deze waarden
in de zoeker knipperen.
108
FOTOGRAFEREN ▸ BELICHTING
beginnen.
19
HANDMATIGE BELICHTINGSINSTELLING - M
De handmatige instelling van sluitertijd en diafragma is geschikt:
– om een speciale beeldwerking te realiseren die uitsluitend door
een geheel voorbestemde belichting is te bereiken
– om bij meerdere opnamen met verschillende fragmenten een
absoluut identieke belichting te kunnen garanderen
▸
Gewenste sluitertijd en diafragma instellen
• Het sluitertijd-instelwiel moet op één van de ingegraveerde slui-
tertijden of tussenwaarden zijn vastgeklikt respectievelijk moet
in
een willekeurige tijd zijn ingesteld.
B
▸
De opname maken