5.5.9 AnIn 2 Versterking [418]
Dezelfde functies als AnIn 1 Versterking [414] zie §
5.5.5, pag. 49.
418 AnIn 2 Verst
Stp
Fabriek:
1,00
Bereik:
-8,00 tot +8,00
5.5.10 Digitale Ingangen [420]
Submenu met alle instellingen voor de digitale ingan-
gen.
5.5.11 DigIn 1 [421]
Om de functies van de digitale ingang te kiezen. Op de
standaard controlprint zijn er 8 digitale ingangen. Als
dezelfde functie wordt geprogrammeerd voor meer dan
één ingang, zal die functie volgens het "OF"-principe
worden geactiveerd.
421 DigIn 1
Stp
Fabriek:
Run
Uit, Ext trip, Stop, Enable, RunR,
RunL, Run, Reset, AnIn select, Pres
Ref1, Pres Ref2, Pres Ref4, MotPot
Keuze:
Hoog, MotPot Laag, MotPot Uit, Jog,
Drive1 feedb, Drive2 feedb, Voeding
Uit
Uit
De ingang is niet actief.
LET OP! De Externe Trip is actief laag. Als
er geen aansluiting op de ingang
Ext. Trip
plaatsvindt, zal de frequentieregelaar
direct worden uitgeschakeld op "Externe
Trip".
Stopcommando volgens de gekozen
Stop
Stopmode in het venster [31A] § 5.4.11,
pag. 40, zie § 4.2, pag. 24.
Enable commando. Algemene start-
voorwaarde om de regelaar te active-
ren. Als deze laag is tijdens actief
bedrijf, wordt de regelaar direct onder-
broken, waardoor de motorsnelheid
Enable
tot nul wordt teruggebracht. Zie § 4.2,
pag. 24.
LET OP! Als geen van de DigIn's wordt
geprogrammeerd voor "Enable", wordt het
interne enable signaal actief.
Run-Rechts commando. De uitgang
RunR
van de regelaar is een rotatieveld
rechtsom, zie § 4.2, pag. 24.
Run-Links commando. De uitgang van
RunL
de regelaar is een rotatieveld linksom,
zie § 4.2, pag. 24.
Run commando. De richting van het
rotatieveld wordt bepaald door de in-
stelling van het venster Rotatie [214]
Run
(zie § 5.3.4, pag. 30) en het venster Rich-
ting [324] (zie § 5.4.17, pag. 41), zie §
4.2, pag. 24.
50
FUNCTIEBESCHRIJVING VAN HET SETUP MENU
Reset
AnIn Select
*
1,00
Preset Ref 1
Preset Ref 2
Preset Ref 4
MotPot Hoog
MotPot Laag
MotPot Uit
Run
Jog
Drive1 feedb
Drive2 feedb
Voeding Uit
MotPot
HOOG
MotPot
LAAG
(06-F19)
Fig. 60 MotPot functie.
Reset commando. Voor een reset van
de tripvoorwaarde en om de Autoreset
functie te activeren, § 4.2, pag. 24.
Kiest AnIn2 of 1 als deze dezelfde
functie hebben. Deze functie kan wor-
den gebruikt voor Hand/Auto-bestu-
ring. Zie § 5.5.2, pag. 48. Laag: AnIn 1
actief, Hoog: AnIn 2 actief.
Om een preset frequentie te kiezen.
Zie § 5.4.19, pag. 42.
Om een preset frequentie te kiezen.
Zie § 5.4.19, pag. 42.
Om een preset frequentie te kiezen.
Zie § 5.4.19, pag. 42.
Verhoogt de interne referentiewaarde
volgens de ingestelde acceleratietijd
in minimaal 16 sec. Heeft dezelfde
functie als de "daadwerkelijke" motor
potentio-meter zie Fig. 60.
Verlaagt de interne referentiewaarde
volgens de ingestelde deceleratietijd
in minimaal 16 s, zie MotPot Hoog
Schakel de Motor Pot functie uit, ana-
loge referentie waarde actief.
Om de Jog functie te activeren. Geeft
een Run commando met het inge-
stelde Jog frequentie en draairichting.
Zie § 5.4.24, pag. 43.
Terugkoppelingsinformatie aandrijving
1 voor pompregeling.
Terugkoppelingsinformatie aandrijving
2 voor pompregeling.
Actief als de netspanning is uitgescha-
keld.
n
t
t
t