5.4.19 Preset Frequentie 1 [326] tot Preset
Frequentie 7 [32C]
De preset frequenties worden geactiveerd door de digi-
tale ingangen, zie § 5.5.11, pag. 50 - § 5.5.14, pag. 51.
De digitale ingangen moeten op de functies Preset Ref
1, Preset Ref 2 of Preset Ref 4 worden ingesteld.
Afhankelijk van het aantal digitale ingangen dat wordt
gebruikt, kunnen er maximaal 7 preset frequenties
worden geactiveerd per Parameter Set. Wanneer
gebruik wordt gemaakt van alle Parameter Sets zijn er
maximaal 28 preset frequenties mogelijk (zie § 4.3, pag.
26).
326 Frequenti 1
Stp A:
Fabriek:
10Hz
Bereik:
0 - Max frequentie
Dezelfde instellingen gelden voor de volgende vensters:
[327 Frequentie 2], met fabrieksinstelling 20 Hz
[328 Frequentie 3], met fabrieksinstelling 30 Hz
[329 Frequentie 4], met fabrieksinstelling 35 Hz
[32A Frequentie 5], met fabrieksinstelling 40 Hz
[32B Frequentie 6], met fabrieksinstelling 45 Hz
[32C Frequentie 7], met fabrieksinstelling 50 Hz
De keuze van de preset frequenties volgt aan de hand
van Tabel 21.
Tabel 21 Preset frequenties
Preset
Preset
Preset
Ref 4
Ref 2
Ref 1
0
0
0
1)
0
0
1
1)
0
1
0
0
1
1
1)
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1)
= geselecteerd als een preset Ref actief is
1 = actieve ingang
0 = niet-actieve ingang
Preset frequenties genieten prioriteit boven de analoge
ingangen.
LET OP! Als alleen Preset Ref 4 actief is, dan kan frequen-tie 4
worden gekozen. Als Preset Ref 2 en 4 actief zijn, dan kunnen
de Preset frequenties 2, 4 en 6 worden gekozen.
42
FUNCTIEBESCHRIJVING VAN HET SETUP MENU
*
10Hz
Uitgangsfrequentie
Analoge referentie zoals
geprogrammeerd
Preset Freq 1
Preset Freq 2
Preset Freq 3
Preset Freq 4
Preset Freq 5
Preset Freq 6
Preset Freq 7
5.4.20 Skipfrequentie 1 LAAG [32D]
Binnen het instelbereik Skipfrequentie van "Hoog"
naar "Laag" kan de uitgangsfrequentie niet constant
blijven om mechanische resonantie in het aandrijfsys-
teem te vermijden.
Als Skipfrequentie LAAG
frequentie HOOG, dan is de uitgangsfrequentie=Skip-
frequentie HOOG tijdens decelereren en uitgangsfre-
quentie=Skipfrequentie LAAG tijdens accelereren. Fig.
49 toont de functie van Skipfrequentie Hoog en Laag.
Tussen Skipfrequentie HOOG en LAAG verandert de
frequentie afhankelijk van de ingestelde acceleratie- en
deceleratietijden.
f
Skipfrequentie
HOOG
Skipfrequentie
LAAG
(06-F17)
32D Skipfreq 1 LO
Stp A:
Fabriek:
0,0 Hz
Bereik:
0 - f
MAX
Fig. 49 Skipfrequentie.
LET OP! De instelbereiken van de 2 Skipfrequenties mogen
elkaar overlappen.
5.4.21 Skipfrequentie 1 HOOG [32E]
Zie § 5.4.20, pag. 42.
32E Skipfreq 1 HI
Stp A:
Fabriek:
0,0 Hz
Bereik:
0 - f
MAX
≤
≤
Ref Frequentie
Skip-
Freq Referentie
*
0,0Hz
*
0,0Hz