Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stopmode [31A]; Invangen [31B]; Frequenties [320]; Minimum Frequentie [321] - Emotron COMPACT DRIVE CDU40-013 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

5.4.11 Stopmode [31A]

Stelt de wijze van stoppen van de motor in als er een
STOP commando wordt gegeven.
31A Stop Mode
Stp A:
Fabriek:
Decel
Keuze:
Decel, Afbreken
De motor decelereert naar 0Hz vol-
Decel
gens de ingestelde deceleratietijd.
De motor loopt op natuurlijke wijze in
Afbreken
vrijloop naar 0Hz.

5.4.12 Invangen [31B]

Bij een invangstart wordt een motor gestart die reeds
loopt, zonder dat de regelaar tript of dat er hoge start-
stromen worden gegenereerd. Met de Invangen=Aan
wordt de actuele rotatie van de motor uitgesteld, afhan-
kelijk van de bouwgrootte van de motor, loopcondities
van de motor vóór de invangstart, traagheid van de
applicatie etc.
31B Invangen
Stp A:
Fabriek:
Uit
Keuze:
Uit, Aan
Geen Invangstart. Indien de motor
Uit
draait kan de regelaar trippen of met
een hoge stroom starten.
invangstart aan. Indien de motor
draait kan de regelaar gestart worden
Aan
zonder te trippen of hoge startstro-
men.

5.4.13 Frequenties [320]

Submenu met alle instellingen voor frequenties, zoals
Min/Max frequenties, Jog frequenties, Preset frequen-
ties, Skip frequenties.

5.4.14 Minimum frequentie [321]

Stelt de minimum frequentie in. Zie de functie Min
Frq Mode § 5.4.16, pag. 40 voor het gedrag bij mini-
mum frequentie. De minimum frequentie werkt als een
absolute ondergrens.
321
Stp A:
Fabriek:
0 Hz
Bereik:
0 - Max frequentie
LET OP! De Jog functie en de Preset Frequenties houden geen
rekening met de minimum frequentie instelling. Zie tevens §
5.4.25, pag. 43, § 5.5.11, pag. 50 en § 5.4.19, pag. 42.
40
FUNCTIEBESCHRIJVING VAN HET SETUP MENU
*
Decel
*
Aan
Min Freq
*
0Hz

5.4.15 Maximum frequentie [322]

Stelt de maximum frequentie in op 10V/20mA, tenzij
er een door de gebruiker gedefinieerde karakteristiek
van de analoge ingang wordt geprogrammeerd (zie §
5.5.4, pag. 49, § 5.5.5, pag. 49, § 5.5.8, pag. 49 en §
5.5.9, pag. 50). De nominale motorfrequentie wordt
bepaald door de parameter motor frequentie [225] (zie
§ 5.3.14, pag. 32). De maximum frequentie werkt als
een absolute maximumgrens.
322
Stp A:
Fabriek:
f
MOT
Bereik:
Min Freq - 2x f
LET OP! Het is niet mogelijk om de max frequentie lager in te
stellen dan de minimum frequentie.
LET OP! Het is niet mogelijk om de max frequentie hoger in te
stellen dan de Limit Max Freq [22A].

5.4.16 Min Freq Mode [323]

Om het gedrag van de regelaar bij een minimum toe-
rental te kiezen.
323 Min Frq Mode
Stp A:
Fabriek:
Schaal
Bereik:
Schaal, Limiet, Stop
Minimum Frequentie = Nulreferentie.
Schaal
Zie Fig. 46.
Minimum Frequentie = Nulreferentie,
Limiet
maar met een dode band, zoals te
zien is in Fig. 47.
De regelaar decelereert naar de nul-
frequentie als de toerentalreferentie
lager is dan het minimum toerental.
Stop
Als het referentiesignaal terugkomt, zal
de regelaar weer accelereren. Zie Fig.
48.
Max Freq
*
f
Hz
MOT
MOT
*
Schaal

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave