1.
Duw de remhendel zo ver mogelijk naar voren om te
remmen.
2. Trek de remhendel zo ver mogelijk naar achteren om
de rem los te laten.
Actieve rem
1.
Trek de remhendel naast of tussen uw knieën zo ver
mogelijk naar voren om te remmen.
2. Trek de remhendel naast of tussen uw knieën zo ver
mogelijk naar achteren om de rem los te laten.
Naafrem (optioneel)
De naafrem wordt via de remring aan de buitenkant van
elke wielnaaf bediend.
1583539-E
1.
Voor het activeren van de naafrem draait u de remring
A in richting 1 totdat deze niet meer verder kan
worden gedraaid.
2. Voor het ontkoppelen van de naafrem draait u de
remring in richting 2 totdat deze niet meer verder kan
worden gedraaid.
WAARSCHUWING!
Risico op omvallen bij abrupt remmen
Als u de naafremmen gebruikt terwijl u in
uw rolstoel rijdt, kan de bewegingsrichting
onbeheersbaar worden en de rolstoel abrupt
stoppen, waardoor zich een botsing kan
voordoen of u uit de rolstoel kunt vallen.
– Rem dus nooit met de naafrem terwijl de
rolstoel in beweging is.
Constructie en werking
187