❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief een maximaal diafragma van f/5,6 of groter
heeft, kunt u de scherpstelaanduiding in de zoeker gebruiken
om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt scherp is. (Het scherpstelpunt kan worden
geselecteerd uit de 11 beschikbare punten.) Plaats het
onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt, druk de
ontspanknop half in en draai aan de scherpstelring van het
objectief totdat de scherpstelaanduiding (I) verschijnt. Bij de
onderwerpen die worden vermeld op pagina 42, wordt de
scherpstelaanduiding soms ook weergegeven wanneer het
onderwerp niet scherp is. Controleer de scherpstelling in de
zoeker voordat u de foto maakt.
A
Filmvlak
Als u de afstand tussen het onderwerp en de camera wilt
bepalen, dient u te meten vanaf de filmvlakmarkering op de
camerabody. De afstand tussen de voorzijde van de
bajonetvatting en het filmvlak bedraagt 46,5 mm.
A
De belichtingsaanduiding
Indien nodig kan de belichtingsaanduiding worden gebruikt om te bepalen of het
scherpstelpunt voor de handmatige scherpstelling zich voor of achter het onderwerp
bevindt (0 132).
46,5 mm
Filmvlakmarkering
49
z