Een objectief bevestigen
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het objectief verwijdert.
In deze handleiding wordt een AF-S DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR-objectief als
voorbeeld gebruikt.
Schaal brandpuntsafstand
X
Scherpstelring (0 48, 191)
1
Zet de camera uit.
2
Verwijder de achterste
objectiefdop en de bodydop.
3
Bevestig het objectief.
Zorg dat de bevestigingsmarkering op
het objectief in lijn staat met de
markering op de camerabody en plaats
het objectief in de bajonetvatting van
de camera (q). Draai het objectief
linksom totdat het op zijn plaats klikt,
waarbij u erop let dat u niet op de
objectiefontgrendeling drukt (w).
Schuif de A-M-schakelaar op A
(autofocus; als het objectief over een
M/A-M-schakelaar beschikt, selecteer dan
M/A voor autofocus met een handmatige
voorkeuze).
D
Autofocus
Autofocus wordt enkel ondersteund voor AF-S- en AF-I-objectieven die uitgerust zijn met
autofocusmotoren. Autofocus is niet beschikbaar voor andere AF-objectieven.
16
Objectiefdop
Zoomring
Index brandpuntsafstand
Bevestigingsmarkering
CPU-contacten (0 158)
Achterste objectiefdop
Schakelaar A-M-selectie (zie hieronder)
VR-schakelaar (vibratiereductie) (0 17)