❚❚ "Reinigen bij"
1
Selecteer Reinigen bij.
Geef het menu Beeldsensor reinigen weer,
zoals wordt beschreven in stap 2 op de vorige
pagina. Markeer Reinigen bij en druk op 2.
2
Selecteer een optie.
Markeer één van de volgende opties en druk op
J.
Optie
5 Aanzetten
6 Uitzetten
Aan- en
7
uitzetten
8 Reiniging uit
D
Reiniging van de beeldsensor
Het reinigen van de beeldsensor wordt onderbroken wanneer de camera wordt bediend. De
beeldsensor wordt mogelijk niet automatisch gereinigd bij het aanzetten wanneer de flitser
is ingeschakeld.
Reiniging gebeurt door trilling van het laagdoorlaatfilter. Als stof niet volledig kan worden
verwijderd via de opties in het menu Beeldsensor reinigen, reinigt u de beeldsensor
handmatig (0 172) of raadpleegt u een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Als de beeldsensor enkele keren achter elkaar wordt gereinigd, kan de reinigingsfunctie
tijdelijk worden geblokkeerd om de interne schakelingen van de camera te beschermen. Na
een korte pauze kan de beeldsensor weer worden gereinigd.
De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer
de camera wordt aangezet.
De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer
de camera wordt uitgezet.
De beeldsensor wordt automatisch gereinigd wanneer de
camera wordt aan- en uitgezet.
De beeldsensor wordt niet automatisch gereinigd.
Beschrijving
n
171