3 Druk het papier naar beneden tot de hendel (A) aan de
achterzijde van de papierlade vastklikt.
4 Leg het deksel op de papierlade. Schuif de lade tot de
aanslag in het toestel.
Trek de papierlade er niet uit als het toestel aan
het afdrukken is. Dit kan ertoe leiden dat het pa-
pier vastloopt.
Print- en faxuitvoersteun eruit
trekken
Print- en faxuitvoersteun eruit trekken
Trek de print- en faxuitvoersteun uit het deksel van de pa-
pierlade.
Druckausgabe rausziehen
Documentenopvang aanbrengen
Documentenopvang aanbrengen
Steek de documentenopvang in de twee openingen onder
het bedieningspaneel.
Dokumentenausgabe anbringen
Eerste ingebruikneming
Hoorn aansluiten
Hoorn aansluiten
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de tele-
foonhoorn. Steek het andere einde in de bus die met het
)-symbool gekenmerkt is..
Telefonhörer anschließen
Startercartridge inleggen
Plug'n'Print-kaart
Voordat u documenten kunt ontvangen, kopiëren of af-
drukken, moet er een tonercartridge in het toestel zijn ge-
plaatst. Daarom bevindt zich bij het toestel een starter-
cartridge. Het niveaugeheugen voor deze startercartridge
werd in de fabriek ingesteld. De startercartridge hoeft niet
met een Plug'n'Print-kaart te worden opgeladen. Voor
elke volgende tonercartridge die u in uw toestel plaatst
moet u het niveaugeheugen met de meegeleverde
Plug'n'Print-kaart updaten.
1 Open de afdekkap door beide documentengeleiders
vast te pakken en de afdekkap naar achter te klappen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof
uit komen, vermijd dan contact met huid en
ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder
de stof van kleding of voorwerpen met koud wa-
ter; heet water zou de toner fixeren.
2 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
3 Verwijder de zwarte beschermfolie en ander verpak-
kingsmateriaal, maar nog niet de bescherm-
strook in de cartridge.
4 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen heen
en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en zo de af-
drukkwaliteit te verbeteren.
NL
5