Problemen met faxen
Versturen van faxberichten niet mogelijk
Geen kiestoon bij het opnemen
Faxberichten worden voortdurend afgebroken.
Het verzenden van faxen naar een faxnummer is niet moge-
lijk.
Verstuurde documenten komen met kwaliteitsverlies aan.
Geen faxontvangst
U hoort een fluittoon of stilte in de hoorn.
Problemen met uitprinten
Er wordt niet uitgeprint.
Het uitprinten wordt onderbroken.
Kopie is wit of faxontvanger ontvangt een leeg blad.
Het toestel maakt tijdens het uitprinten witte strepen.
Het toestel maakt tijdens het uitprinten zwarte strepen.
Service
Controleer de installatie van het toestel. Controleer of het
apparaat is aangesloten op een stopcontact.
Sluit de telefoonkabel aan de met LINE gekenmerkte bus
aan. Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitings-
doos.
Test het toestel eventueel op een andere telefoonleiding
vooraleer u contact opneemt met de technische klanten-
dienst.
Let op de informatie op het display.
Probeer het faxbericht manueel te versturen:
Druk op μ en kies het nummer. Mocht de ontvanger een
antwoordapparaat hebben aangesloten wacht dan op de
fluittoon. Druk op o.
Misschien is het toestel van de ontvanger niet klaar voor
ontvangst.
Bel het nummer en controleer of dit nummer een faxnum-
mer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor ont-
vangst (fluittoon of stilte). U kunt luisteren hoe de verbin-
dingsopbouw verloopt (pagina 13).
Wijzig de resolutie.
Test uw toestel door een kopie van het document te maken.
Wanneer het toestel in orde is, is het faxtoestel van de ont-
vanger misschien defect.
Test de scanner door de functielijst uit te drukken (druk op
¨, 1 en OK). Indien de functielijst vlekkeloos drukt, is
de scanner eventueel vuil of defect. Reinig de scanner.
Controleer of de manuele faxontvangstmodus is ingesteld.
Faxberichten worden niet automatisch door het toestel ont-
vangen (pagina 28).
De oproep is een fax. Druk aan het toestel op o. Druk op
de extra telefoon op *5. Leg de hoorn op.
Papier- of documentenophoping, papier of tonercartridge
is op.
Let op de informatie op het display.
Leg het document met de tekst naar beneden in de docu-
mentinvoer.
Reinig de trommel van de tonercartridge met een zachte
doek.
Reinig de scanner (zie ook hoofdstuk Reiniging, pagina
32).
De tonercartridge is beschadigd en moet worden vervan-
gen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
NL
33