28
Camera
Camera
U kunt foto's rechtstreeks op de
geïntegreerde camera bekijken en
• de foto als achtergrondafbeelding
of logo gebruiken.
• de foto via MMS of e-mail verstu-
ren.
Inschakelen
R
C
¢
of
D
De camera in de stand-by-
stand zetten.
De huidige (voorbeeld)afbeelding
wordt weergegeven op het display.
Op de eerste regel ziet u van links
naar rechts het volgende:
Ù
Helderheid
Ú
Zoomfactor
Û
Witbalans
×
Externe flitser aange-
sloten
In de rechterbovenhoek van het
voorbeeldvenster wordt het aantal
foto's weergegeven dat met de
gekozen resolutie nog kan worden
gemaakt. Dit aantal hangt onder
meer sterk af van het onderwerp
(vereist geheugen). Onder het voor-
beeldvenster wordt de gekozen
resolutie weergegeven of, in de
videomodus, de verbruikte en maxi-
male beschikbare opnametijd.
Fotomodus
C
Neem een foto.
De foto wordt opgeslagen met een
naam. Zie voor de invoer van namen
in het optiemenu (p. 29).
Instellingen
Instellingen vóór de opname:
F
Stel de helderheid in.
I
Stel de zoomfactor in.
Resolutie
Naast de resolutie van het voor-
beeldvenster kan de opnamekwali-
teit van het beeld worden ingesteld.
Hoogwaardig:
Hoog:
Normaal:
Wallpaper:
De betreffende resolutie kan afhan-
kelijk van de gekozen digitale
zoomfactor afnemen.
640 × 480 (VGA)
320 × 240 (QVGA)
160 × 120 (QQVGA)
132 × 176 of
130 × 130