16
Beveiliging
T
C
¢
¢
Beveiliging
¢
Functie selecteren.
PIN2 wijzigen
(Wordt alleen weergegeven als PIN2
beschikbaar is). Volg dezelfde proce-
dure als bij
PIN
Tel.code wijz.
(Toestelcode wijzigen)
De toestelcode (een getal van 4- tot
8 cijfers) legt u zelf vast zodra u voor
de eerste keer een door de toestel-
code beveiligde functie opent (bij-
voorbeeld
Directe
Deze code geldt dan voortaan voor
alle beveiligde functies.
Wanneer driemaal achter elkaar een
onjuiste toestelcode wordt inge-
voerd, wordt de toegang tot de toe-
stelcode en tot alle functies die hier
gebruik van maken geblokkeerd.
Neem dan contact op met de klan-
tenservice van Siemens (p. 58).
Aan het deblokkeren van de toestel-
code zijn kosten verbonden.
Blokkering van de SIM-
kaart opheffen
Als u driemaal een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblok-
keerd. Voer dan volgens de instruc-
ties de PUK-code (MASTER PIN) in die
bij uw SIM-kaart hoort en door uw
provider is verstrekt. Als u de PUK-
code (MASTER PIN) kwijt bent, kunt
u contact opnemen met de provider.
¢
Codes
wijzigen.
oproep, p. 48).
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
schakeld (p. 15), wordt bij het
inschakelen van het toestel een
bevestiging vereist.
Dit voorkomt dat u het toestel per
ongeluk inschakelt, bijvoorbeeld
wanneer u de telefoon in uw jaszak
draagt of als u zich in een vliegtuig
bevindt.
B
Aan-/uit-/eindetoets inge-
drukt houden.
C
Druk op deze toets. De
telefoon wordt ingescha-
keld.
Indrukken of niets doen.
§Annulern§
De inschakelprocedure
wordt afgebroken.