3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het LV-superbedieningspaneel.
Groep
• Selecteer de fl itserfunctie
en pas de fl itssterkte
afzonderlijk aan voor elke
groep. Voor de MANUAL-
functie selecteert u de
fl itssterkte.
Pas de instelling aan voor de
fl itser van de camera.
4
Bevestig de meegeleverde fl itser en schakel de camera in.
• Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe fl itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Bedieningsbereik van de
draadloze fl itser
Plaats de draadloze fl itsers met de
afstandsbedieningssensor gericht naar de
camera. Op de afbeelding hiernaast wordt
het bereik (bij benadering) weergegeven
9
waarbinnen de fl itsers kunnen worden
geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik
varieert afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden.
Let op
• Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe fl itsers te gebruiken.
• Externe fl itsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor antischokbelichtingen.
• Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuurfl itsen van de
camerafl itser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door de intensiteit
van de camerafl itser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
144 NL
Flitssterkte
A Mode
TTL
+5.0
M
1/8
Off
–
Ch
TTL
+3.0
P
250 F5.6
250
Flitsregeling
Flitssterkte
Normale fl itser/Super FP-fl itser
• Selecteer Normaal fl itsen
of Super FP-fl itsen.
Communicatie-lichtniveau
LO
1
• Zet de lichtsterkte van
het communicatiesignaal
op [HI] (hoog), [MID]
(medium) of [LO] (laag).
38
38
Kanaal
• Zet het communicatieka-
naal op hetzelfde kanaal
dat u op de fl itser gebruikt.
30°
30°
60°
60°
50°
50°
50°
50°
100°
100°
30°
30°