Bij het aansluiten met kabelschonen moet hun formaat worden uitgekozen in overeenstemming
met de noodzakelijke dwarssnede van de ader en het boutformaat. Een schuine plaatsing is
enkel toegelaten in zoverre de noodzakelijke lucht- en kruiptrajecten worden gerespecteerd.
De uiteinden van de geleiders dienen zodanig te worden geïsoleerd dat de resterende isolatie
bijna tot aan de kabelschoen reikt.
Opmerking
De stroombestendige verbinding wordt gewaarborgd door een direct contact tussen de
kabelschoenvlakken en de contactmoer resp. contactschroef.
Gevaar voor kortsluiting
Van het klembord losgekoppelde aders die onder spanning staan, kunnen kortsluiting
veroorzaken. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
• Om een eenzijdige overdracht van de contactkracht te vermijden, moet u eendradige
• Bij netaansluiting met een kabelschoen schuint u één- of meeraderige leidingen met ca. 40°
6.1.1.9
Schroefdraadgrootten op de aansluitkast
Schroefdraadmaat voor bijkomende invoeren, zoals NTC-weerstanden of stilstandverwarming
M16x1,5 of M20x1,5.
Afwijkende schroefdraadmaten zijn op de motor vermeld.
1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E45217862A
WAARSCHUWING
netleiders in u-vorm buigen.
naar beneden af om te voorkomen dat de kabelschoen wordt verdraaid.
Ashoogte
63 ... 90
100 ... 132
160 ... 180
200 ... 225
250 ... 315
355
Schroefdraadingang
Grootte
M16 x 1,5
M25 x 1,5
M32 x 1,5
M40 x 1,5
M50 x 1,5
M63 x 1,5
M80 x 2
Elektrische aansluiting
6.1 Machine aansluiten
Aantal
1
2
2
2
2
2
77