Elektrische aansluiting
6.1 Machine aansluiten
6. Controleer de kabelinvoeren en kabels op dichtheid en goede bevestiging.
7. Sluit niet gebruikte schroefdraden of boorgaten vakkundig af zodat de IP-
beschermingsgraad is gewaarborgd. De IP-beschermingsgraad vindt u op het
vermogensplaatje.
6.1.1.6
Vrij uitgevoerde aansluitkabels
Gevaar voor kortsluiting en spanning
Als de aansluitleidingen tussen de onderdelen van de behuizing en de afdekplaat beklemd
raken, kan kortsluiting optreden.
Dit kan zwaar of dodelijk letsel of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
• Let er bij de demontage en in het bijzonder bij de montage van de afdekplaat op, dat de
Beschadigingen aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen
Om materiële schade aan vrij uitgevoerde aansluitleidingen te vermijden, dient u de volgende
aanwijzingen in acht nemen:
• In de aansluitsokkel van de machinebehuizing mogen geen vreemde objecten, vuil en vocht
• Sluit de doorvoeren in de afdekplaten (DIN 42925) en andere open doorvoeren af met O-
• Sluit de aansluitsokkel van de machinebehuizing stof- en waterdicht af met de originele
• Houd de aanhaalmomenten aan voor de kabelinvoeren en de overige schroeven.
6.1.1.7
Aansluiten van los naar buiten geleide kabels
Bij aansluitleidingen die los uit de machine worden geleid, is in de aansluitsokkel van de
machinebehuizing geen klembord aangebracht. De aansluitleidingen worden in de fabriek
rechtstreeks aangesloten op de aansluitingen van de statorwikkeling.
De aansluitleidingen zijn met een kleur of een beschrijving gemarkeerd De klant sluit de
afzonderlijke leidingen volgens de beschrijving rechtstreeks aan op de schakelkast van zijn
installatie.
6.1.1.8
Aansluiten met/zonder kabelschoenen
Verdeel bij aansluitklemmen met klembeugel de geleiders zodanig, dat aan beide kamzijden
ongeveer even hoge klemhoogten ontstaan. Bij deze manier van aansluiten moet u een
afzonderlijke leiding u-vormig buigen of een behulp van een kabelschoen aansluiten. Dit geldt
ook voor de inwendige en uitwendige aardleideraansluiting.
76
WAARSCHUWING
aansluitkabels niet beklemd raken tussen de onderdelen van de behuizing en de afdekplaat.
VOORZICHTIG
voorkomen.
ringen of geschikte vlakke afdichtingen.
afdichting van de afdekplaat.
1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E45217862A