Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt of te lang wacht met terugkeren tot onder
het decompressieplafond, wordt het berekeningsmodel aangepast en wordt de nultijd
voor een volgende duik verkort. In dat geval verdient het aanbeveling een lange
oppervlakte-interval tot de volgende duik in te lassen.
5.11. Dieptestops
Het Suunto Technical RGBM berekent meerdere dieptestops, waarbij de eerste stop
ongeveer halverwege de maximale diepte en het decompressieplafond komt te liggen.
Na het maken van deze eerste dieptestop, wordt een volgende dieptestop berekend.
Deze komt halverwege de eerste stop en het plafond te liggen. Dit gaat zo verder tot
u het decompressieplafond bereikt.
Door het uitschakelen van de dieptestops wordt het berekening van de aanbevolen
dieptestops niet uitgeschakeld. De verplichte veiligheidsstops, bijvoorbeeld als de
opstijgsnelheid constant te hoog, worden nog steeds gegeven.
Als een dieptestop niet of niet volledig wordt uitgevoerd, schakelt de duikcomputer
niet over naar de foutmodus (Er). Er wordt echter extra tijd toegevoegd aan de volgende
decompressie.
In de modus MIXED zijn de dieptestops altijd ingeschakeld.
TIJDENS HET DUIKEN
WORDT AANGEGEVEN DAT
EEN DIEPTESTOP VEREIST IS
OP EEN DIEPTE VAN 16 M.
TIJDENS DE OPSTIJGING
KRIJGT U HET ADVIES EEN
DIEPTESTOP TE MAKEN
ZOLANG ALS WORDT
AANGEGEVEN DOOR DE
TIMER (NOG 42 SEC.).
83