7.
Plaats de (nieuwe) rotor (B) op de pompas (C).
Plaats de bevestigingsbouten en sluitringen (A)
en draai ze met het juiste aanhaalmoment aan.
Zie § 11.1.6.
8.
Plaats het deksel (B) en de afdichting (A) terug
(indien verwijderd). Plaats de vier bouten (A)
terug en draai ze in de juiste volgorde
kruiselings aan. Zie § 11.1.6.
9.
Schakel de spanningstoevoer naar de pomp in.
10.
Breng de (nieuwe) pompslang aan. Zie § 8.5.3.
8.6.2
Het lager, de afdichtingsring, de as en de
koppelingbus vervangen
1.
Verwijder de slang, het deksel en de rotor. Zie
§ 8.6.1, stappen
2.
Verwijder de vier bouten (A) en sluitringen en
verwijder de pompaandrijving uit het pomphuis.
1
t/m 5.
ONDERHOUD
A
B
C
C
A
A
B
47