Veeg beide kanten van de uitlaatpijp
schoon.
Binnenrand van
Buitenrand van
uitlaatpijp.
uitlaatpijp.
1
Fig. Hoofdfilter
1. Smeernippels
2015-07-02
Luchtfilter
- Reinigen
Veeg de binnenkant van de kap (2) en het filterhuis (5)
schoon. Zie de vorige illustratie.
Veeg ook beide oppervlakken van de uitlaatpijp
schoon; zie afbeelding hiernaast.
Controleer of de slangklemmen tussen het
Controleer of de slangklemmen tussen het
filterhuis en de inlaatslang aangehaald zijn en of
filterhuis en de inlaatslang aangehaald zijn en of
de slangen heel zijn. Controleer het hele
de slangen heel zijn. Controleer het hele
slangsysteem tot aan de motor.
slangsysteem tot aan de motor.
Stuurcilinder en stuurverbinding - Smeren
Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de
Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de
buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders
buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders
bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer
bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer
de besturing bediend wordt.
de besturing bediend wordt.
Activeer voor het smeren de parkeerrem.
Activeer voor het smeren de parkeerrem.
Draai het stuurwiel helemaal naar links. Alle vier
smeernippels (1) komen nu vrij aan de rechterkant van
de machine.
Veeg de smeernippels (1) schoon. Smeer elke nippel
met vijfmaal pompen met de handsmeerspuit.
Controleer of het vet door de lagers dringt. Als het vet
niet door de lagers dringt, kan het nodig zijn om de
knikbesturing te ontlasten met een dommekracht en
tegelijkertijd de smering te herhalen.
4812161114_C.pdf
Onderhoud - 50u
83