3.29
C
B
Fig. 3.29
Maak de voorremkabel opnieuw vast door de remarmen (A) samen te knijpen en het
noedelvormige kabeluiteinde (B) in de snelontgrendelingsbeugel (C) aan te brengen.
Houd de voorkant van de fiets omhoog en geef het voorwiel een stevige draai.
Het wiel moet zich in het midden van de vorkkroon bevinden, ongehinderd
draaien en mag niet wiebelen. Als het wiel wiebelt en zich niet in het midden
bevindt, neem contact op met uw geautoriseerde Specialized retailer.
20
3.30
Fig. 3.30
HET ACHTERWIEL OP MULTI-SPEED MODELLEN VERWIJDEREN
Schakel de fiets naar de hoogste (kleinste) versnelling.
Ontkoppel de achterremkabel (Fig. 3.30) door de remarmen (A) samen te knijpen en het
noedelvormige kabeluiteinde (B) van de snelontgrendelingsbeugel (C) los te haken.
Maak de asmoeren van het achterwiel los met behulp van de vlakke moersleutel.
B
C