3.15
Fig. 3.15
De stuurpen is reeds geïnstalleerd en uitgelijnd. Als de stuurpen dient te worden
aangepast, gebruik de inbegrepen moersleutel om de bouten aan de achterkant van de
stuurpen los te draaien en pas de hoek van de stuurpen en het stuur aan om ze op één lijn
met het voorwiel te brengen.
Wanneer uitgelijnd, draai de achterste bouten van de stuurpen opnieuw vast tot 5 Nm/
45 in-lbf met behulp van de inbegrepen momentsleutel en inbusbit van 4 mm.
D E H O O G T E VA N D E Z A D E L P E N A F S T E L L E N
5
Nm
3.16
45
4
in-lbf
mm
Fig. 3.16
Draai de zadelklembout los met behulp van de inbusbit van 5 mm.
Stel de hoogte van het zadel in op een positie die ongeveer overeenstemt met de juiste
lengte van de fietser en draai de zadelklembout vervolgens vast.
13