#5.12 Autotune
0 = Geen autotune
1 = Statische autotune
Deze autotune kan alleen geschieden indien de motor stilstaat. Eerst moeten #5.07 t/m #5.10 geprogrammeerd worden.
Bij de eerstvolgende start zal de statorweerstand en de spanningsoffset gemeten worden en in de daarvoor bestemde
parameters geladen worden. Indien een regelaar nog volledig in fabrieksprogrammering staat, zal bij de eerste start een
autotune plaatsvinden. Indien bij de eerste start niet de motor is aangesloten die uiteindelijk op de regelaar aangesloten
wordt dan moet zodra de juiste motor is aangesloten wederom een autotune worden uitgevoerd. Indien bij de eerste start
geen motor, of een veel te kleine motor, is aangesloten zal de regelaar een rS storing genereren. Deze storing kan gereset
worden echter de statorweerstand en spanningsoffset worden geladen met een inhoud van 0.
2 = Roterende autotune
Eerst moeten #5.06 t/m #5.10 en #1.06 geprogrammeerd worden. Deze autotune zal geschieden in de geselecteerde
draairichting. In aanvulling op de statische autotune zal bij de roterende autotune de magnetiseringsstroom en motor-
inductie gemeten worden, De motor zal accelereren tot 2/3 van het nominale motor frequentie. Na deze autotune moeten
de runcommando's weggenomen worden om vervolgens weer in staat te zijn een draairichting te selecteren.
Indien parameterset 2 is geselecteerd in menu 21, zullen de overeenkomstige parameters in parameterset 2 geladen
worden door de autotune.
#5.13 Ventilator- en pompkarakteristiek
Indien #5.13 op 1 gezet wordt, zal de motor een geredu-
ceerde motorspanning toegevoerd krijgen. Het resultaat
is dat er bespaard wordt op de motorverliezen in het
gebied waar het gevraagde motorkoppel laag is. Aan de
hand van het door de Commander SK berekende
motorkoppel zal het motorspanningsniveau aangepast
worden. Dit heeft als voordeel dat de belastingscurve van
het aangedreven werktuig exact gevolgd zal worden,
waardoor
een
optimale
plaatsvinden.
5.09
(230V / 400V)
Motor
spanning
Belastingsafhankelijke relatie tussen frequentie en Volt/Hertz verhouding
SK Handleiding, versie 10.3
SK menu 5
Motormap
energiebesparing
zal
Motor
frequentie
Pagina 85 van 166
Specifieke koppel/toeren
curve van een ventilator
en centrifugaalpomp.
Koppel
- - - - - - - - - - - - - - - - - belasting - - - - - - - - - - - - - - - - - -
100%
75%
50%
5.06
(50 Hz.)
Toerental (frequentie)
25%
0%
100 Hz.