Gecontroleerd
Voor week van:
item
Ma.
Controleren op
lekkages.
Controleer de
bandenspan-
ning.
Werking van
instrumenten
controleren.
Vet in alle
smeernippels
spuiten.
2
Maaihoogte-
instelling
controleren.
Beschadigde lak
bijwerken.
1. Controleer de gloeibougie en de spuitstukken van de injector, als de motor moeilijk start, buitensporig
veel rook afgeeft of ongelijkmatig loopt.
2. Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoudsschema
Di.
Wo.
Figuur 44
46
Do.
Vr.
Za.
Zo.
decal125-4606