dezelfde instelling. Mogelijk moet u de instelling
van het maaidek met draaiende messen 6 mm
hoger instellen dan de instelling van een
messenkooimaaier in hetzelfde gebied.
Belangrijk:
U kunt beter bij de achterste
maaidekken door het maaidek van de tractor te
verwijderen.
1.
Laat het maaidek neer op de grond, zet de motor
af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2.
Draai de bout los waarmee de maaihoogtebeugel
aan de maaihoogteplaat is bevestigd (aan de
voorzijde en de zijkanten); zie
3.
Begin aan de voorzijde en verwijder de bout.
1. Maaihoogtebeugel
2. Maaihoogteplaat
4.
Verwijder het afstandsstuk terwijl u de
maaikamer ondersteunt
5.
Verplaats de kamer naar de gewenste
maaihoogte en plaats een afstandsstuk in de
bijbehorende maaihoogte-opening en de sleuf
(Figuur
19).
6.
Plaats de getapte plaat op één lijn met het
afstandsstuk.
7.
Draai de bout met de hand vast.
8.
Herhaal stap
4
tot
Figuur
18.
Figuur 18
3. Afstandsstuk
(Figuur
18).
Figuur 19
7
voor elke aanpassing.
9.
Draai alle 3 de bouten vast met een torsie van
41 N·m. Draai altijd eerst de voorste bout vast.
Opmerking:
3,8 cm moet u de maaihoogte mogelijk eerst op
een hoogte ertussenin instellen om klemmen te
voorkomen (bijvoorbeeld bij het veranderen van
de maaihoogte van 3,1 cm naar de maaihoogte
van 7 cm).
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben voor de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
De interlockschakelaars zijn bedoeld om de machine
g011344
uit te schakelen als de bestuurder de stoel verlaat
terwijl het tractiepedaal is ingetrapt. De bestuurder
kan echter de stoel verlaten terwijl de motor loopt
en het tractiepedaal in
motor blijft lopen als de aftakas is uitgeschakeld
en het tractiepedaal niet is ingetrapt, raden wij u
met klem aan de motor af te zetten voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
1.
Plaats de machine op een egale ondergrond, laat
het maaidek zakken, draai het contactsleuteltje
op U
en schakel de parkeerrem in.
IT
2.
Druk het tractiepedaal in. Draai het
contactsleuteltje naar de stand
Opmerking:
defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit
defect voordat u de machine gebruikt.
3.
Draai het contactsleuteltje op A
de stoel en zet de schakelaar van de aftakas
naar A
g026184
AN
Opmerking:
komen. Als de aftakas geactiveerd wordt, is er
een defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit
defect voordat u de machine gebruikt.
4.
Stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op A
TRACTIEPEDAAL UIT
26
Voor aanpassingen van meer dan
staat. Hoewel de
NEUTRAAL
.
AAN
Als de motor aanslaat, is er een
, sta recht uit
AN
De aftakas mag niet in werking
AN EN ZET HET
N
.
EUTRAAL