9-1 Aansluiten van transmissiebedrading, aardleiders en voor de bedrading van de
afstandsbediening
(1) Draai de twee bevestingsschroeven (2 st.) los terwijl het deksel van de besturingskast wordt vastgehou-
den, en verwijder daarna het deksel van de besturingskast.
(2) Zaag het gat uit en plaats de kunststof bus (10) (accessoire) aan de achterkant (metaalplaat).
(3) Sluit de transmissiebedrading door de kunststof buis (10) (accessoire) heen aan op het klemmenblok
(X2M: 3P) waarbij de nummers (1 tot 3) met elkaar overeen moeten komen en sluit de aardleider daarna
aan op de aardleideraansluiting.
Nadat dit is gedaan, moet met behulp van de meegeleverde kabelbinder (11) en klem (4) de bedrading,
zonder dat kracht op de aansluitingen van de bedrading wordt uitgeoefend, worden opgebonden.
(4) Sluit de bedrading van de afstandsbediening aan die vanaf het gat naar de aansluitingen (P1 en P2) van
het klemmenblok (X1M: 4P) loopt. (Er is geen polariteit.)
Nadat dit is gedaan, moet met behulp van de meegeleverde kabelbinder (11) en klem (4) de bedrading,
zonder dat kracht op de aansluitingen van de bedrading wordt uitgeoefend, worden opgebonden.
21
Nederlands