Waarschuwingsindicatie
(knippert)
8000
8000 F5.6
• Vanaf welke diafragmawaarde dit knipperen begint, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
De sluitertijd instellen (sluitertijd-voorkeurstand S)
5
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S.
Hendel
• Een korte sluitertijd kan een snelle actie "bevriezen"
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
De sluitertijd instellen
• De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
2000 F2.8
2000
40 NL
Het onderwerp is
F5.6
overbelicht.
Voorste regelaar
Achterste
regelaar
Langere sluitertijd
2" 1" 15 60 100 400 1000
Het onderwerp is
F2.8
onderbelicht.
Status
• Verhoog de diafragmawaarde.
• Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik
van de camera overschreden. Een
in de handel verkrijgbaar grijsfi lter
(ND-fi lter) om de hoeveelheid licht
te beperken, is vereist.
Regelaar
r
o
Kortere sluitertijd
Status
• Kies in dit geval een langere
sluitertijd.
Remedie
Positie van de hendel
1
Belichtingscorrectie
ISO
Sluitertijd
Witbalans
I S O
400
S
250 F5.6
250
0.0
0.0
Sluitertijd
Bij fotograferen met live view
Remedie
2
L
N
FullHD
F
01:02:03
01:02:03
38
38