De fotografeerstanden gebruiken
"Richten en fotograferen" (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P.
MY1
250 F5.6 +2.0
+2.0
AEL
PBH
Bij fotograferen
5
met de zoeker
• De positie van de hendel bepaalt de functies die u met de regelaars kunt instellen.
Hendel
• De sluitertijd en het diafragma die door de camera werden geselecteerd, worden weergegeven.
• De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
60" F2.8
60"
8000 F22
8000
• Vanaf welke diafragmawaarde dit knipperen begint, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
• Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 59)
38 NL
Stand
Hi +7
Hi +7
ISO-A
ISO-A
01:02:03
e
e
1023
Sh -3
Sh-3
200
200
Fotograferen
Voorste regelaar
Achterste
regelaar
Status
Het onderwerp is te
F2.8
donker.
Het onderwerp is te
F22
helder.
Wi-Fi
ISO-A
200
P
250 F5.6
250
0.0
0.0
Bij fotograferen
met live view
Positie van de hendel
Regelaar
r
Belichtingscorrectie
o
Program shift
Remedie
• Gebruik de fl itser.
• Het lichtmeetbereik van de camera
is overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijsfi lter (ND-fi lter) om
de hoeveelheid licht te beperken,
is vereist.
S-IS AUTO
S-IS AUTO
Sluitertijd
L
N
Diafragmawaarde
FullHD
F
01:02:03
01:02:03
38
38
1
2
ISO
Witbalans