2 Druk PHOTO volledig in.
• Er verschijnen zwarte banden boven en onder op het scherm bij het beeldformaat [1080 30P] of [720
30P].
• U kunt geen stilstaande beelden nemen terwijl u films opneemt.
• Wanneer u stilstaande beelden neemt, wijzigt de kijkhoek van deze in de wachtstand tijdens het
opnemen.
Bij opname van films:
Druk op MOVIE.
Om de opname te stoppen, drukt u nogmaals op MOVIE.
• Er verschijnen zwarte banden boven en onder op het scherm bij het beeldformaat [1080 30P] of
[720 30P].
• Serieopnamen zijn ongeveer 25 minuten lang mogelijk.
Het is niet eenvoudig scherp te stellen op een onderwerp bij het nemen van een
stilstaand beeld
• De kortste opnameafstand is ongeveer 50 cm (W)/100 cm (T) (van de voorkant van de lens). Wanneer u
een onderwerp wilt fotograferen dat zich nog dichterbij bevindt, dient u de stand Macro (close-upopname
maken) te gebruiken (pagina 15).
• Wanneer de camera niet automatisch scherpstelt op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/AF-
vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Stel het beeld opnieuw samen en stel
nogmaals scherp op het onderwerp.
• In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
– Het is donker en het onderwerp ligt veraf.
– Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
– Het onderwerp wordt door glas bekeken.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken.
– Het onderwerp ligt in tegenlicht of er is een knipperend licht aanwezig.
14