Tanken
(Vervolg)
b Tank brandstof tot het automatisch stopt.
Wanneer de tank vol is, wordt het
u
vulpistool automatisch uitgeschakeld.
Als het vulpistool niet volledig is ingestoken,
u
werkt de automatische stopfunctie niet,
waardoor er brandstof uit de
brandstofvulopening kan stromen.
Tanken met vulpistool zonder automatische stop:
Tank tot de groef. Vul langzaam brandstof bij zodat
deze niet uit de brandstofvulopening stroomt.
WAARSCHUWING
3
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en
explosieve stof. U kunt brandwonden of ernstig
letsel oplopen in de omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en houd warmte,
vonken en vlammen uit de buurt.
• Gebruik brandstof alleen buiten.
• Verwijder gemorste brandstof onmiddellijk.
66
VOORZICHTIG
3
Voeg geen brandstof toe nadat het
vulpistool automatisch is gestopt.
Het vulpistool stopt automatisch om ruimte in
de brandstoftank te laten, zodat de brandstof
niet overstroomt als gevolg van veranderingen
in de luchttemperatuur.
Brandstofvuldop sluiten
a Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem
stevig vast door de dop naar rechts te draaien.
De pijlmarkeringen op de dop en de
u
brandstoftank moeten tegenover elkaar staan.
b Sluit de brandstoftankklep zodat deze wordt
vergrendeld.
Controleer of de brandstoftankklep goed
u
gesloten is.