#
Remmen
(BLZ.63)
#
Stoppen
Geef, als u de weg gaat verlaten,
tijdig richting aan. Verlaat de weg
soepel.
Draai de gashendel dicht en
bedien de voor- en achterrem
tegelijk.
Het remlicht geeft aan
u
dat u remt.
#
Bochten nemen
Rem voordat
u een bocht
neemt.
Draai de gashendel geleidelijk weer
open zodra u de bocht uit bent.
#
Parkeren
(BLZ.12)
Parkeer op een stevige, horizontale
ondergrond. Gebruik de standaard,
vergrendel het stuurslot.
#
Tanken
(BLZ.64)
19