beschadigd of ontbreken. Zorg ervoor dat alle
interlockschakelaars zijn aangebracht, correct zijn
afgesteld en naar behoren werken.
•
Voordat u de bestuurdersplaats verlaat, moet u:
– de machine stoppen op een horizontaal
oppervlak;
– de aftakas uitschakelen en de werktuigen laten
zakken;
– de parkeerrem in werking stellen;
– de motor afzetten en het sleuteltje uit het
contact halen.
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten
stationair lopen voordat u deze afzet
of nadat de machine volledig belast is
gebruikt. Indien u dit nalaat, kunnen
er problemen met de turbocompressor
ontstaan.
•
Zet de motor af:
– vóór het bijvullen van brandstof
– voordat u de hoogte-instelling aanpast
– voordat u verstoppingen verwijdert
– voordat u de maaimachine gaat controleren,
schoonmaken of werkzaamheden eraan gaat
verrichten
– als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of de
machine abnormaal begint te trillen. Controleer
de maaimachine op beschadigingen en voer
alle benodigde reparaties uit voordat u de
machine opnieuw gebruikt.
•
Zet de gashendel terug terwijl de motor uitloopt.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
maaidekken.
•
Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt
om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
•
Verminder uw snelheid en wees voorzichtig
als u een bocht maakt of wegen en voetpaden
oversteekt. Zet de maaimessen stil.
•
Let op de richting van de afvoer van de machine
en laat deze naar niemand wijzen.
•
Gebruik de maaimachine niet als u onder de
invloed van alcohol of drugs bent.
•
Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied,
gebruik de machine dan niet; ga schuilen.
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Wees voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
Onderhoud en opslag
•
Draai alle moeren, bouten en schroeven
regelmatig strak aan, zodat de machine steeds
veilig kan worden gebruikt.
•
Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u
de machine niet opslaan in een afgesloten ruimte
waar brandstofdampen in contact met open vuur
of vonken kunnen komen.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing en
de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet,
gras en bladeren om brandgevaar te verminderen.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat
verkeren en alle bevestigingselementen en
hydraulische aansluitingen stevig vastzitten.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen en
stickers.
•
Tap de benzine af uit de brandstoftank (doe dit
buiten).
•
Wees voorzichtig als u de machine afstelt,
teneinde te voorkomen dat uw vingers bekneld
raken tussen de draaiende messen en de vaste
onderdelen van de machine.
•
Let op dat bij machines met meerdere assen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
één mes draait.
•
Schakel de aandrijvingen uit, laat de maaidekken
zakken, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op U
contactsleuteltje. Wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
machine afstelt, reinigt of repareert.
•
Verwijder gras en vuil van de maaidekken, de
aandrijvingen, de geluiddempers en de motor
om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of
brandstof meteen op.
•
Plaats onderdelen op assteunen indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
•
Maak de accukabels los voordat u
reparatiewerkzaamheden gaat verrichten.
Maak eerst de minpool van de accu los en daarna
de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu
aan en daarna de minpool.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de
machine niet af terwijl de motor loopt.
6
en verwijder het
IT