Pedaal voor stuurverstelling
Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het
pedaal
(Figuur
11) intrappen, de stuurkolom naar u toe
trekken in een stand die voor u het meest comfortabel
is en daarna uw voet van het pedaal halen.
Contactschakelaar
De contactschakelaar
,
/
UIT
AAN
VOORVERWARMEN
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar
uit (start) en in (stop). Trek de knop van de
aftakasschakelaar uit om de maaidekmessen te
activeren. Druk de knop in om de messen van het
maaidek te stoppen.
Hi-Lo-toerenregelaar
Met deze schakelaar
(Figuur
toerentalbereik vergroten voor het transport van de
machine. Om heen en weer te schakelen tussen het
hoge en lage bereik, moeten de maaidekken omhoog
gebracht zijn, de aftakas uitgeschakeld zijn en het
tractiepedaal in N
EUTRAAL
met lage snelheid rijden.
Opmerking:
De maaidekken werken niet en/of
kunnen niet omlaag worden gebracht vanuit de
transportstand als de schakelaar is ingesteld op het
hoge toerentalbereik.
Figuur 12
1. Hefschakelaars (alleen
GM 4700)
2. Hefschakelaar (GM 4500
en 4700)
3. Aftakasschakelaar
4. Contactschakelaar
5. InfoCenter
(Figuur
12) heeft 3 standen:
en
.
START
(Figuur
12) heeft 2 standen:
12) kunt u het
staan. De machine moet
6. Hi-Lo-snelheidsregelaar
7. Toerentalschakelaar
8. Lichtschakelaar
9. Cruisecontrol
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar
toerental op 2 manieren veranderen. Tik op de
schakelaar om het toerental in stappen van 100 tpm
te verhogen of verlagen. Hou een zijde van de
schakelaar ingedrukt om de motor automatisch in
hoog of laag stationair te schakelen.
Hefschakelaars
Met de hefschakelaars
maai-eenheden omhoog en omlaag brengen. Druk
de schakelaars naar voren om de maai-eenheden
omlaag te brengen en naar achteren om de
maai-eenheden omhoog te brengen. Druk bij het
starten van de machine en terwijl de maai-eenheden
zich in de stand omlaag bevinden op de hefschakelaar
om de maai-eenheden te laten zweven en te maaien.
Opmerking:
De dekken kunnen niet omlaag worden
gebracht bij het hoge toerental en kunnen ook niet
omhoog of omlaag worden gebracht als de bestuurder
niet in de stoel zit terwijl de motor loopt. Om de
maaidekken neer te laten voor onderhoud, draait u
het sleuteltje op A
Lichtschakelaar
Druk op het onderste deel van de schakelaar
12) om de lampen in te schakelen. Druk op het
bovenste deel van de schakelaar om de lampen in te
schakelen.
Aansluitpunt
Het aansluitpunt
van optionele elektrische accessoires van 12 V.
g020433
1. Aansluitpunt
19
(Figuur
12) kunt u het
(Figuur
12) kunt u de
terwijl u op de stoel zit.
AN
(Figuur
13) dient voor de aansluiting
Figuur 13
2. Zakhouder
(Figuur
g020512