GEVAAR
In bepaalde omstandigheden kan tijdens
het tanken statische elektriciteit worden
ontladen waardoor vonken ontstaan die
brandstofdampen tot ontbranding kunnen
brengen. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden bij u of anderen en materiële
schade veroorzaken.
• Zet brandstofvaten altijd op de grond en
uit de buurt van de machine voordat u de
tank bijvult.
• Brandstofvaten niet in een voertuig of
vrachtwagen of op aanhanger vullen,
omdat bekleding of kunststof beplating
het vat kunnen isoleren en de afvoer van
statische lading kunnen bemoeilijken.
• Als het praktisch mogelijk is, kunt u het
best een machine eerst van de vrachtwagen
of aanhanger halen en bijtanken als de
machine met de wielen op de grond staat.
• Als dit niet mogelijk is, verdient het de
voorkeur dergelijke machines op een truck
of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar
vat, niet met behulp van een vulpistool van
een pomp.
• Als u een vulpistool moet gebruiken, dient
u de vulpijp voortdurend in contact met de
rand van de brandstoftank of de opening
van het vat te houden, totdat u klaar bent
met bijvullen.
Inhoud brandstoftank
Inhoud brandstoftank: 83 liter.
Brandstof
Belangrijk:
Gebruik uitsluitend diesel met
een extreem laag zwavelgehalte. Brandstof
met een hoger gehalte zwavel beschadigt de
dieseloxidatiekatalysator (DOC). Dit zal leiden tot
operationele problemen en verkort de levensduur
van de motoronderdelen.
Als de onderstaande waarschuwingen niet worden
opgevolgd kan dit leiden tot schade aan de motor.
•
Gebruik geen kerosine of benzine in plaats van
dieselbrandstof.
•
Meng nooit kerosine of motorolie met de
dieselbrandstof.
•
Bewaar de brandstof nooit in vaten die van binnen
verzinkt zijn.
•
Voeg geen additieven toe aan de brandstof.
Diesel
Cetaangetal: 45 of hoger
Zwavelgehalte: ultralaag (< 15 ppm)
Brandstof
Diesel specificatie
ASTM D975
No. 1-D S15
No. 2-D S15
EN 590
ISO 8217 DMX
JIS K2204 Grade No. 2
KSM-2610
•
Gebruik uitsluitend schone, verse diesel of
biodiesel.
•
Koop brandstof in hoeveelheden die binnen
180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd
verse brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C.
Opmerking:
Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een
lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats
van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp
langer te laten meegaan en meer vermogen te
ontwikkelen.
28
Locatie
VS
EU
Internationaal
Japan
Korea