C GEBRUIK VAN RADAR- OF TREKKERSENSOR
Voor de meting van afstand en snelheid kan in plaats van de rijsnelheidssensor van het CENTRONIC
regelsysteem, ook gebruik worden gemaakt van een snelheidssensor van de trekker of een radar.
Voorwaarde is dat over 20 meter afgelegde weg, het aantal afgegeven impulsen tussen de 10 en 9999 ligt.
Aansluiten van snelheidssensor van de trekker
Sluit de snelheidssensor van de trekker als volgt aan op het aansluitblok.
• Neem de stekkers los van de rijsnelheidssensor die bij het CENTRONIC regelsysteem hoort
(+, fig. C-1).
• Sluit op deze aansluitingen de sensor van de trekker aan.
De massa-draad op aansluiting en de signaal-draad op aansluiting steken.
Aansluiten van een radarsensor
Sluit de radarsensor als volgt aan op het aansluitblok.
• Neem de stekkers los van de rijsnelheidssensor die bij het CENTRONIC regelsysteem hoort
(+, fig. C-1).
• Sluit de drie-aderige sensor aan.
De massa-draad op aansluiting , de signaal-draad op aansluiting en de voedingsdraad op steken.
Opmerking:
De 12V-voeding () wordt in- en uitgeschakeld, met het aan- en uitzetten van het CENTRONIC
regelsysteem.
Bijlage C
47
C- 1