Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelfactor Van Een Kunstmestsoort - Tulip CENTRONIC II CENTERMATIC Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5 INSTELFACTOR VAN EEN KUNSTMESTSOORT

10
5 INSTELFACTOR VAN EEN KUNSTMESTSOORT
Het CENTRONIC regelsysteem regelt de klepstand zodanig dat de gewenste hoeveelheid zal worden
gestrooid. De uitstroomsnelheid van de kunstmest is mede bepalend voor de vereiste klepstand.
De uitstroomsnelheid kan per kunstmestsoort verschillen. Ook omstandigheden zoals vochtigheid hebben een
invloed op de uitstromingseigenschappen van een kunstmestsoort.
Daarom werkt het CENTRONIC regelsysteem met een instelfactor. De instelfactor is voor te stellen als een
vergelijkingsgetal tussen de doorsnee gegranuleerde kunstmest (instelfactor 100) en de te verstrooien
kunstmest. Het kenmerkt het verschil in uitstroomsnelheid.
De nauwkeurigheid waarmee de gewenste hoeveelheid wordt opgebracht hangt in belangrijke mate af van de
geprogrammeerde instelfactor.
Wanneer het CENTRONIC regelsysteem samen met het CENTERMATIC weegapparaat wordt gebruikt, zal
een afwijking van de geprogrammeerde instelfactor van de werkelijke factor automatisch worden bijgesteld.
Een afwijkende strooihoeveelheid zal daardoor alleen in de beginfase van het strooien optreden.
Wordt alleen met het CENTRONIC regelsysteem gewerkt, dan zal een afwijking van de geprogrammeerde
instelfactor van de werkelijke factor, een constante evenredige afwijking van de strooihoeveelheid geven.
Van een aantal kunstmestsoorten wordt de instelfactor in bijlage E gegeven.
Deze factor blijft echter een benadering voor de instelfactor van de kunstmest die u wilt gaan verstrooien
omdat omstandigheden als vochtigheid, andere korrelgrootte, etc., een andere instelfactor kunnen geven.
Voer daarom als het enigszins mogelijk is een afdraaiproef uit wanneer u zonder CENTERMATIC weeg-
apparaat werkt.
De uitvoering van de afdraaiproef vindt plaats tijdens het programmeren van het CENTRONIC regelsysteem
in de AUTO (C)-stand (zie volgende bladzijde). U krijgt dan de juiste instelfactor voor de kunstmest die u gaat
verstrooien.
Wanneer u in de praktijk een afwijking in de strooihoeveelheid constateert, kunt u dit ook corrigeren door de
instelfactor naar verhouding te wijzigen.
Wordt bijvoorbeeld 10% teveel gestrooid, stel dan de instelfactor 10% lager in.
Bij gebruik van het CENTERMATIC weegapparaat is de in de tabel gegeven instelfactor voldoende
nauwkeurig. Een eventuele afwijking wordt automatisch door het CENTRONIC regelsysteem gecorrigeerd.
Wanneer geen betrouwbare instelfactor bekend is, wordt aanbevolen om de "rijdende instelproef" uit te
voeren. Deze proef wordt tijdens de eerste strooigang uitgevoerd en zorgt ervoor dat de juiste instelfactor snel
wordt bepaald. In hoofdstuk 6.5 "Rijdende instelproef" is de proef verder beschreven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave