Beknopte gebruiksaanwijzing
6.7
Sluit de componenten aan.
Zet het CENTRONIC regelsysteem aan door op de Power-toets (A) te
drukken.
Doorloop de (basis) installatie-procedure (hoofdstuk 4) indien:
• het CENTRONIC regelsysteem voor de eerste maal in gebruik wordt
genomen.
• een andere taal en/of eenhedenstelsel wordt gewenst.
• de CENTRASIDE kantafstrooi-inrichting aan de CENTERLINER kunstmeststrooier wordt gemonteerd.
Start de installatie-procedure door toetsen B + C ca. 5 seconden in te drukken. Doorloop de schermen met de
enter-toets (F). Selecteer de gewenste instellingen (actuator afstellen: NEE) met de rechter pijltoetsen (G).
Programmeermode
Zet het CENTRONIC regelsysteem in de programmeermode door op de Prog-toetst (B) te drukken (zie
hoofstuk 6.2).
Lees het scherm: selecteer de gewenste instelling, stel de gewenste getalwaarde in of voer de aangegeven
opdracht uit. Met de rechter pijltoetsen (G) kunt u de gewenste instelling selecteren of een getalwaarde
wijzigen. Ga door naar een volgend scherm door op de enter-toets (F) te drukken. Doorloop de schermen tot
het programmeren is voltooid.
Programmeren van het CENTRONIC regelsysteem is noodzakelijk indien :
• het CENTRONIC regelsysteem in gebruik wordt genomen.
• andere instellingen voor rijbreedte, opgebrachte hoeveelheid, rijsnelheid enz. worden verlangd.
• een kunstmestsoort wordt verstrooid met een andere instelfactor.
• een nieuwe afdraaiproef of rijdende instelproef moet worden uitgevoerd.
• het CENTRONIC regelsysteem moet worden omgesteld voor een ander gebruik.
• dagtellers en/of totaaltellers op nul moeten worden gesteld.
• de rijsnelheidsensor opnieuw moet worden geijkt (andere bandenmaat gemonteerd,
andere bandenspanning toegepast, andere slip van het wiel).
• het CENTERMATIC weegapparaat moet worden getarreerd (VOORRAAD staat niet op 0 kg bij lege
strooier).
• een foutmelding op het scherm aangeeft dat opnieuw geprogrammeerd dient te worden.
Bedrijfsmode
Het werken met het CENTRONIC regelsysteem gebeurt in de bedrijfsmode (het lampje in de Prog-toets mag
niet branden). Door middel van de start/stop-knop wordt het CENTRONIC regelsysteem van de stand-
by-stand naar de werkstand (lamp in de knop brandt) gebracht en omgekeerd.
• Werkstand :
- kleppen open
- dagtellers/totaaltellers lopen
• Stand-by-stand :
- kleppen dicht
- dagtellers/totaaltellers gestopt m.u.v. tellers voor de afgelegde weg
- bij stilstaande trekker kan de instelling voor CENTRASIDE (indien aanwezig)
worden omgesteld
Speciale functies in de bedrijfsmode :
- tijdens het werk tijdelijk verhogen/verlagen van de geprogrammeerde gift/opbrengst of klepstand
(zie hoofdstuk 6.3).
- afstandmeting, speciaal te gebruiken voor het uitzetten van de rijbreedte-markeringen
(eerste scherm van gegevens-reeksen: zie hoofdstukken 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3).
6.7
Beknopte gebruiksaanwijzing
F
A
B
C
37
E
G
D