18
( v e r v o l g p r o g r a m m e e r m o d e )
" A U TO ( C ) - s t a n d "
D E I N S T E L FA C TO R
I S 1 0 0
D A G T E L L E R S
A U TO
O P N U L
TO TA L E N
A U TO
O P N U L
R I J S N E L H E I D T I J D E N S
S T R O O I E N
M I N I M A A L
M A X I M A A L 1 8 , 6 k m / h
P R O G R A M M E R E N
V O LTO O I D
De in de programmeermode van de AUTO (C)-stand ingevoerde gegevens, zijn nu opgeslagen in het geheugen
van het CENTRONIC regelsysteem. Ook als het CENTRONIC regelsysteem wordt uitgeschakeld blijven deze
gegevens daarin bewaard.
Het werken met het CENTRONIC regelsysteem gebeurt in de bedrijfsmode.
Lees hiervoor verder in hoofdstuk 6.3 "Werken met de CENTRONIC
6.2
Programmeermode : AUTO (C)-stand
J A
N E E
J A
N E E
7 , 5 k m / h
Het CENTRONIC regelsysteem berekent de instel-
factor aan de hand van de afdraaiproef. Deze factor
wordt in het volgende scherm gegeven.
- U kunt in bijlage E de factor noteren, zodat u deze
een volgende keer kunt gebruiken als weer met
dezelfde kunstmest wordt gewerkt.
Ga door naar het volgende scherm.
- Selecteer "NEE" wanneer de dagteller-gegevens
over bewerkte oppervlakte, gestrooide hoeveelheid
en afgelegde weg in het geheugen van het CEN-
TRONIC regelsysteem bewaard moeten blijven.
Bij "JA" worden de dagtellers van de AUTO-stand
op nul gesteld. Ga door naar het volgende scherm.
- Selecteer "NEE" wanneer de totaalteller-gegevens
in het geheugen van het CENTRONIC regelsysteem
bewaard moeten blijven.
Bij "JA" worden de totaaltellers van de AUTO-
stand op nul gesteld.
Ga door naar het volgende scherm.
- In het scherm worden de minimale- en maximale
snelheid gegeven, waarvoor de klepstand nog kan
worden afgeregeld naar de ingestelde strooihoe-
veelheid.
Ga door naar het volgende scherm.
Het programmeren is voltooid.
Het CENTRONIC regelsysteem komt na circa 3
seconden automatisch in de bedrijfsmode.
®
(Bedrijfsmode)".