Inhoudsopgave
Advertenties
E11
Fout eindschakelaar laag:
niet gesloten tijdens
stijgen van wagen
FUNCTIES
E12
Fout eindschakelaar
hoog: niet gesloten
tijdens dalen van wagen
E13
Fout eindschakelaar laag:
geopend tijdens stijgen
van wagen
E14
Fout eindschakelaar
hoog: geopend tijdens
dalen van wagen
E16
Noodstop ingeschakeld
E20
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#0
E21
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#1
E22
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#2
E23
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#3
E24
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#4
E25
Fout niet-vluchtig
geheugen functies (I2C)
#5
E26
Fout niet-vluchtig
geheugen verborgen
parameters (EE) #1
E27
Fout niet-vluchtig
geheugen verborgen
parameters (EE) #2
E28
Fout niet-vluchtig
geheugen verborgen
parameters (EE) #3
E29
Fout niet-vluchtig
geheugen verborgen
parameters (EE) #4
E50
Fout in de sensoren voor
positie plooibewerking
E51
Blokkering
plooibewerking tijdens
sluiting
E52
Blokkering
plooibewerking tijdens
Fromm
opening
- Blokkering van motor van wagen.
- Eindschakelaar
defect
geblokkeerd.
- Blokkering van motor van wagen.
- Eindschakelaar
defect
geblokkeerd.
- De
wagen
verplaatst
zich
tegengestelde richting.
- De
wagen
verplaatst
zich
tegengestelde richting.
- Noodknop ingedrukt.
- Luik wagen open.
- Geheugen reageert niet.
- Time-out van het geheugen.
- Communicatiefout.
- Communicatiefout.
- Geheugen vol.
- Schrijff out.
- Randapparatuur bezet.
- Onderbreking tijdens schrijven.
- Controle
gegeven
mislukt
schrijven.
- Time-out in schrijven gegeven.
- Beide sensoren zijn bezet.
- De plooibewerking is geblokkeerd
op de hoge sensor.
- De plooibewerking is geblokkeerd
op de lage sensor.
- De motoraandrijving van de wagen controleren
(motorborstels).
of
- De sensor deblokkeren, of indien defect,
vervangen. Controleer de borstels van de
rolwagenmotor.
- De motoraandrijving van de wagen controleren
(motorborstels).
of
- De sensor deblokkeren, of indien defect,
vervangen.
in
- De draairichting moet worden omgedraaid, of
de eindschakelaars zijn omgedraaid.
in
- De draairichting moet worden omgedraaid, of
de eindschakelaars zijn omgedraaid.
- De knop deblokkeren en de stroomkring
herstellen.
- Het luik sluiten en de stroomkring herstellen,
bij wagen MB of EB de brug op connector
controleren.Controleer noodmicroschakelaar.
- Vervang het geheugen I
- Vervang het geheugen (24LC256).
- Vervang het geheugen (24LC256).
- Vervang het geheugen (24LC256).
- Vervang het geheugen (24LC256).
- Vervang het geheugen (24LC256).
- Vervang microcontroller (PIC).
- Vervang microcontroller (PIC).
na
- Vervang microcontroller (PIC).
- Vervang microcontroller (PIC).
- De correcte elektrische bekabeling of correcte
installatie en mechanische werking controleren.
- De werking van de motor controleren.
- De elektrische aansluiting controleren.
- Zorg
ervoor
dat
er
belemmeringen zijn.
- Controleer de werking van de sensor.
- De werking van de motor controleren.
- De elektrische aansluiting controleren.
- Zorg
ervoor
dat
er
C (24LC256).
2
geen
mechanische
17
17
geen
mechanische
Advertenties
Inhoudsopgave
